Teacher-guided onderzoeksomgeving

Teacher-guided onderzoeksomgeving
1 / 10
next
Slide 1: Slide
BiologieSecundair onderwijs

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Teacher-guided onderzoeksomgeving

Slide 1 - Slide

Wat beschrijft het beste micro-evolutie?
A
Een langzame verandering in gedrag dat over meerdere generaties plaatsvindt.
B
Veranderingen in fenotype zonder genetische aanpassingen.
C
Het aanpassen van een organisme aan de stedelijke omgeving.
D
Een snelle verandering in allelfrequentie binnen een populatie.

Slide 2 - Quiz

Wat is fenotypische plasticiteit?
A
De genetische aanpassing van een populatie aan haar omgeving.
B
De mogelijkheid van een organisme om zijn fenotype aan te passen zonder genetische wijzigingen.
C
De vermindering van genetische diversiteit binnen een stedelijke populatie.
D
De verandering in het gedrag van organismen door directe genetische manipulatie.

Slide 3 - Quiz

Welke gedragstest meet nieuwsgierigheid naar onbekende objecten bij merels?
A
Object-neophobia test
B
habitatkeuzetest
C
Object-neophilia test
D
sociale interactietest

Slide 4 - Quiz

Hoe wordt de neophobia getest bij Europese merels volgens de studie?
A
Door het aantal keren dat een vogel naar een onbekend voorwerp vliegt te meten.
B
Door het meten van de tijd voordat een vogel de voederbak met een nieuw voorwerp benadert.
C
Door het observeren van het nestgedrag in aanwezigheid van mensen.
D
Door de afstand te meten die merels behouden van en onbekend object.

Slide 5 - Quiz

Wat concludeerden Miranda et al. over de oorzaak van gedragsveranderingen bij stedelijke en landelijke merels?
A
De veranderingen zijn te wijten aan fenotypische plasticiteit.
B
De omgevingsinvloeden zijn overwegend verantwoordelijk.
C
De veranderingen zijn te wijten aan micro-evolutie.
D
Er zijn geen significante gedragsverschillen tussen de groepen.

Slide 6 - Quiz

Waarbij is het tijdsverschil het grootst in de neophobia test?
A
Stedelijke vogel zonder nieuw object.
B
Stedelijke vogel met nieuw object.
C
Landelijke vogel zonder nieuw object,
D
Landelijke vogel met nieuw object.

Slide 7 - Quiz

Wat is urbanisatie?

Slide 8 - Open question

Leg uit hoe het opvoeden van jonge merels uit nesten in een gecontroleerde omgeving helpt bij het bepalen van de oorzaak van gedragsveranderingen.

Slide 9 - Open question

Waarom zou meer neophobia bij stedelijke merels voordelig kunnen zijn in een stedelijke omgeving?

Slide 10 - Open question