tijdens het maken van de opdrachten gebruiken we meestal een stoplicht.
aan het begin van het maken van de opdrachten staat het stoplicht op rood. Dit betekend dat er niet gepraat wordt. Op deze manier kan iedereen zelf rustig opstarten.
Na .... minuten gaat het stoplicht op groen. Dan mag je zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw.