3.2 - A - De Russische Revolutie

3.2 De Russische Revolutie
1 / 12
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.2 De Russische Revolutie

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen wie Karl Marx was en welke ideeën Marx had over het communisme.

  • Je kunt drie oorzaken benoemen van de Russische Revolutie.

Slide 2 - Slide

Planning
  • Marx en het communisme
  • Oorzaken Russische Revolutie
  • Onrust in Rusland
  • Lenin en de bolsjewieken
  • Afsluiting 

Slide 3 - Slide

Wat weet je nog van de
tsaar en tsarina?

Slide 4 - Mind map

Karl Marx en het communisme
  • Arbeiders aan de macht

  • Alle rijkdommen (ook de fabrieken en de machines) naar de arbeiders. 

  • Einde aan de klassenmaatschappij (indeling van de maatschappij naar economische positie)

  • Tegen kapitalisme (ergens geld in stoppen met als doel meer geld te verdienen: winst maken). 

  • Toen Marx in 1883 stierf was er nog nergens een revolutie van arbeiders geweest en bestond het communisme alleen op papier.

Slide 5 - Slide

Oorzaken Russische Revolutie 
  • Russische tsaar leefden als alleenheersers en wilden geen kritiek.  

  • Grond was in bezit van de adel (boeren waren niet vrij). 
    - Lange werkdagen. 
    - Weinig voedsel. 

  • 1904 Rusland leed zware verliezen in de Russisch-Japanse oorlog. 

Slide 6 - Slide

Onrust in Rusland
  • 1905 ongewapende burgers demonstreren bij Winterpaleis (bloody sunday).

  • Tsaar moet hervormingen doorvoeren. 

  • Rusland krijgt een parlement (doema).
    - Verkiesbare kamers.

  • Maar Doema heeft geen recht om wetten te maken, beslissen over buitenlands beleid. 
    Tsaar ontbindt doema meerdere malen. 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Lenin en de bolsjewieken (1) 
  • VladimirI Iljitsj Oeljanov: schuilnaam Lenin (naar rivier de Lena).  

  • Van oorsprong middenklasse, onbezorgde jeugd. 

  • Studeerde rechten, maar raakt in ongenade nadat broer een betrokken is bij aanslag op de tsaar. 

  • Lenin sluit zich aan bij de revolutionairen. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Lenin en de bolsjewieken (2)
  • Lenin, verbannen naar Siberië keert terug naar Rusland om mee te doen met de opstand van 1905.
  • Na oprichting Doema keert de 'rust terug'.  Revolutionairen moeten weer ondergronds.  Lenin moet weer vluchtten naar Zwitserland. 
  • Ideeën van de bolsjewieken (bolsjewieken betekent meerderheid). 
  • De Russische samenleving moet gezuiverd worden van mensen met andere idealen.
  • Rusland moet geregeerd worden door een revolutionaire elite.

Slide 11 - Slide

Leerdoelen

  • Je kunt uitleggen wie Karl Marx was en welke ideeën Marx had over het communisme.

  • Je kunt drie oorzaken benoemen van de Russische Revolutie.

Slide 12 - Slide