Spaans L07-do

Lección 7
Fecha: 11/03/2021
Clase de español (MBO XL)
Profesora: Nastasia Rusu
Email: nf.rusu@alfa-college.nl 
(beschikbaar di, wo, do)
1 / 13
next
Slide 1: Slide
spaansMBOStudiejaar 1

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Lección 7
Fecha: 11/03/2021
Clase de español (MBO XL)
Profesora: Nastasia Rusu
Email: nf.rusu@alfa-college.nl 
(beschikbaar di, wo, do)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

El programa
  • Oefentoets

  • Los objetivos
    Aan het einde van de les:
    - weet je hoe je regelmatige werkwoorden op  -er vervoegt.
    - kun je uitleggen wat er onregelmatig is aan het werkwoord poder.
Bij de hand houden:
- telefoon
- boekje opSTAP

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Oefentoets
Link oefentoets: https://forms.office.com/Pages/ResponsePage.aspx?id=M8aDeEUf6UWsSR9WesalgAxxZE3x5WVKsRQtqaNwDahUQ09CQlNQWTBGU1A3QVE2NVhRN00yMkpLOS4u

Klaar met de toets? Luister naar het filmpje over voedingsmiddelen (5 min):
https://www.youtube.com/watch?v=j_OYqhAxbqQ
- Spreek de woorden na (zorg dat je microfoon uit staat) 
- Schrijf op wat je wel lekker (me gusta) en niet lekker (no me gusta) vindt.
Vb. Me gusta la ensalada
No me gustan las naranjas
timer
20:00

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Slide 4 - Slide

accent vosotros vorm! 
Verbos regulares -er
  • De stam krijg je door min -er te doen. Comer  --> Com = stam
  • De werkwoorden vervoeg je door :
    stam + -o           (yo)                       --> Com + o = Como
                     -es         (tú)
                     -e           (él/ella/usted)
                     -emos  (nosotros/nosotras)
                     -éis        (vosotros/vosotras)
                     -en         (ellos/ellas/ustedes)

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Oefenen regelmatige ww. -er
  • Ga naar: https://www.esfacil.eu/nl/werkwoorden/oefenen/complete-tijden.html
  • Zet op "regelmatig'  en oefen met de onderstaande werkwoorden:

    1. Correr (rennen)
    2. Responder (antwoorden)
    3. Aprender (leren)
    4. Vender (verkopen)
    5. Romper (breken)
    6. Leer (lezen)



timer
10:00

Slide 6 - Slide

Comer samendoen
Rest zelf
Onregelmatig ww.
Poder is een onregelmatig werkwoord (zie p. 34):







Nosotros podemos
Vosotros podéis                         ---> alleen de nosotros+vosotros vorm is regelmatig (dus geen ue)
Onjuist
Juist
Yo podo
Tú podes
ÉL pode
Ellos poden
Yo puedo
Tú puedes
Él puede
Ellos pueden

Slide 7 - Slide

Ik heb net laten zien hoe je de regelmatige werkwoorden vervoegt. Poder is een onregelmatig werkwoord. Maar wat houdt dit precies in?
Poder 
Poder (kunnen, mogen) 
  • stamwisseling   o > ue in alle vervoegingen behalve nosotros en vosotros
  • hoe gebruik je poder?:

Vorm van poder + heel werkwoord :
1. ¿Puedo preguntar algo? (Mag ik iets vragen?)
2. Puedo hablar un poco  de español. (Ik kan een beetje Spaans spreken)
3. Él puede vender alimentos , como verduras y frutas.  (Hij kan voedingsmiddelen verkopen, zoals groente en fruit.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Poder 
Otros ejemplos:

Yo puedo hablar tres idiomas. Ik kan drie talen spreken.                           
Tú puedes bailar bien. Jij kunt goed dansen.                                                 
Ella puede cantar. Zij kan zingen.
Nosotros podemos correr una maratón. Wij kunnen een marathon lopen.
Vosotros podéis comer con nosotros. Jullie kunnen met ons eten. 
Ellos pueden tocar un instrumento. Zij kunnen een instrument bespelen.

Woordvolgorde   

woorden eindigend op
 ar, er of ir zijn
werkwoorden 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Ejercicio
1. Yo ______ español. (aprender)
2. Tú ______ una coca cola. (beber)
3. Nosotros ________ en un restaurante. (comer)
4. La chica _____ el libro. (leer)
5. Él ______ su pierna. (romper) 
6. Mi hermano _______ mucho. (comer)
7. Laura no está en casa. Ella no _________ responder. (poder)
8. ¿Vosotros ______ cada día? (leer)
9. Los adultos ________ beber alcohol. (deber, mogen
10. El chico _______ muchas cosas. (vender)

Slide 10 - Slide

In break rooms in tweetallen?
Respuestas (antwoorden)
1. Yo aprendo español. (aprender)
2. Tú bebes una coca cola. (beber)
3. Nosotros comemos en un restaurante. (comer)
4. La chica lee el libro. (leer)
5. Él rompe su pierna. (romper) 
6. Mi hermano come mucho. (comer)
7. Laura no está en casa. Ella no puede responder. (poder)
8. ¿Vosotros leéis cada día? (leer)
9. Los adultos deben beber alcohol. (deber, mogen
10. El chico vende muchas cosas. (vender)

Slide 11 - Slide

In break rooms in tweetallen?
Los objetivos
Aan het einde van de les: 
  •  weet je hoe je regelmatige werkwoorden op -er vervoegt.
  •  kun je uitleggen wat er onregelmatig is aan het werkwoord poder.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Los deberes
1. Getallen oefenen 1-50: https://www.youtube.com/watch?v=r_P5YjPmYsY
Oefen door na te spreken. Zet tussendoor op pauze als dat nodig is. 

2. Familie: https://www.youtube.com/watch?v=7tnHaU5aMro                  
Leer de woorden in de blauwe en roze rondjes. 

3. Doorlezen tekst unidad 4 (p. 41 t/m 46). Oefenen met woordenschat:
https://portal.coutinho.nl/spaansopstap/studiemateriaal/hoofdstukken/4-a-tu-salud/oefenen/woordenschat.html

Tool: https://www.mijnwoordenboek.nl/    ES > NL
Tienes betekent jij hebt
Tienen betekent zij hebben
Tú = jij
Tu = jouw
Casados = getrouwd

Slide 13 - Slide

This item has no instructions