TO 3h/v, benoemen van bijzinnen

Taalkundig ontleden
Elk woord benoem je apart.
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Taalkundig ontleden
Elk woord benoem je apart.

Slide 1 - Slide

taalkundig ontleden
Heb je al gehoord wat het programma van de sportdag is?

Slide 2 - Slide

Heb je al gehoord wat het programma van de sportdag is?
Heb              je            al  gehoord                           wat           het 
hww-  pers.vnw-bw-zww-           betr. vnw m.i.a.         -lw 
 het programma van de sportdag is
lw     znw      vz      lw      znw         hww  

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

samengestelde zinnen
Ik baal ervan dat hij mij steeds voor gek zet.

Wat is de hoofdzin en bijzin?

Slide 5 - Slide

Ik baal ervan dat hij mij steeds voor gek zet.
Baal ik ervan dat hij mij steeds voor gek zet? 
Baal is dus de pv van de hoofdzin.

Slide 6 - Slide

Ik baal ervan dat hij mij steeds voor gek zet.
bijzin: dat … zet = bijzin.
Wat voor een bijzin is het?
lv - zin



Slide 7 - Slide

bijvoeglijke bijzin
- het is een deel van een zinsdeel
- geeft belangrijke, extra informatie
- begint meestal met een betrekkelijk voornaamwoord (die, dat)

Slide 8 - Slide

voorbeeld bijvoeglijke bijzin
Het schilderij, dat op klaarlichte dag uit het museum gestolen was, bleek een vervalsing te zijn.

Slide 9 - Slide

voorbeelden
onderwerpszin
lijdendvoorwerpszin
gezegdezin
meewerkendvoorwerpszin
voorzetselvoorwerpszin
bijwoordelijke bijzin

Slide 10 - Slide

onderwerpszin
Mij is gevraagd of ik wil helpen op de open dag.
is gevraagd is wwg
wie of wat is gevraagd?
of -dag; dus bijzin: of … dag =n

Slide 11 - Slide

lijdendvoorwerpszin
Selma hoorde gisteren dat haar oma in het ziekenhuis ligt.
hoorde.........?= wwg
ond =Selma
wat.......= dat....ligt= lijd.vwzin

Slide 12 - Slide

gezegdezin
De opvoering van het toneelstuk werd wat de acteurs ervan hoopten.
bijzin: wat … hoopten = gezzin
werd zo= naamwoordelijk deel van het nwgezegde

Slide 13 - Slide

meewerkendvoorwerpszin
Aan wie een tien haalt voor de toets, geeft de docent iets lekkers.
aan wie geeft de docent iets?
bijzin: Aan … toets = mvzin

Slide 14 - Slide

bijwoordelijke bijzin
Jongeren gaan steeds vaker naar de bioscoop, hoewel de kaartjes steeds duurder worden.

bijzin: hoewel … worden = bwbzin

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video