Intro PW 23-24: Op weg naar succes.

Op weg naar succes!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
Beroepsopleiding

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Op weg naar succes!

Slide 1 - Slide

Je bent op tijd in de les, omdat:
A
je op tijd van huis vertrekt.
B
je de avond van tevoren je tas inpakt.
C
je je wekker op tijd zet.
D
je je rooster kent.

Slide 2 - Quiz

Bij binnenkomst vragen hoe laat de les afgelopen is:
A
is de juiste manier om het rooster van je bijbaan te regelen.
B
is niet nodig om te vragen. Je kijkt in je rooster.
C
mag je alleen op vrijdag vragen.

Slide 3 - Quiz

Je behandelt de ander zoals je zelf behandeld wilt worden.

A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

Wat is juist?
A
Het gaat in communicatie om luisteren en begrijpen.
B
Het gaat in communicatie om praten en begrepen te worden.

Slide 5 - Quiz

Stelling:
Je zit hier niet voor jezelf, maar voor een kind van een ander.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

"????????"
Dit betekent:
A
Ik kreeg mijn vinger niet van de toets af.
B
Ik krijg niet binnen vijf minuten antwoord op mijn vraag.
C
Een docent werkt altijd, ook 's nachts.

Slide 7 - Quiz

"Héj!"
Dit betekent:
A
"Goedemorgen SLB'er, ik zou u graag willen spreken vandaag."
B
"Ben ik in de Ikea?"
C
"Ik heb al een tijd geen mailtje of berichtje gestuurd. Hoe moet dit ook alweer?"

Slide 8 - Quiz

Aan welke PM'er zou jij je kind afgeven?

A
PM'er links.
B
PM'er rechts.

Slide 9 - Quiz

Wat is de beste leeromgeving?

A
Links.
B
Rechts

Slide 10 - Quiz

Je telefoon is je beste vriend, maar deze zit ook niet bij je op schoot.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Als je met één vinger naar een ander wijst, wijzen er altijd nog drie naar jezelf.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Stelling: Een opleiding kan niet zonder regels.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 13 - Quiz

Er zijn twee personen die willen dat jij de diploma behaalt: jijzelf en de docent.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Jij stelt de vraag en samen zoeken we naar een antwoord.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz