BLOK 1 , WEEK 2- LES 6 - KORTE EN LANGE KLANKEN AAN EINDE KLANKGROEP

Lange klank
1 / 26
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 6

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Lange klank

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn korte klanken?
a
i
u
e
o

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Korte klank (a, e, o u)

Hoor je een korte klank? dan schrijf je 2 medeklinkers. Bijvoorbeeld: bakker.



Slide 3 - Slide

This item has no instructions

klankgroepen
lange klanken
korte klanke


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

In hoeveel stukjes kan je boterham verdelen?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Hoe noemen we zo'n stukje van een woord?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

boom =
A
1 klankgroep
B
2 klankgroepen
C
2 klankgroepen
D
4 klankgroepen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

pauze =
A
1 klankgroep
B
2 klankgroepen
C
3 klankgroepen
D
4 klankgroepen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

goudvisvijver =
A
1 klankgroep
B
2 klankgroepen
C
3 klankgroepen
D
4 klankgroepen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

kro-ket, de o =
A
een lange klank
B
een korte klank

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

ta -fel, de a =
A
een lange klank
B
een korte klank

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

putten, de u =
A
een lange klank
B
een korte klank

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

lesdoel

Ik kan woorden met een korte of lange klank aan aan einde van een klankgroep correct schrijven.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Korte klanken en lange klanken
Hoor je aan het einde van een klankgroep een lange of een korte klank?
klinkerdief
Lange klanken hebben pech, ik haal gewoon een klinker weg.

jager - ramen - praten
medeklinkerbank
Korte klank? Dan komen er twee dezelfde medeklinkers op de bank.

bakker - kitten - pokken
2

Slide 14 - Slide

Tijdens deze fase blik je terug op de vorige les.
Eventueel bespreek je moeilijke opdrachten uit het huiswerk.

Heeft peren een korte of lange klank
A
korte klank
B
lange klank

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Heeft spelen een korte of lange klank
A
korte klank
B
lange klank

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions









lange klank








korte klank

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Wat is goed
A
kippenhok
B
kipenhok

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is goed.
A
melkflesen
B
melkflessen

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Wat is goed?
A
lesuren
B
lesuuren

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

winkelstr...en
A
at
B
aat

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

basissch...en
A
ol
B
ool

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Maak er meervoud van!
schap

Slide 23 - Open question

This item has no instructions

Maak er meervoud van!
schaap

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Maak er meervoud van!
vriendin

Slide 25 - Open question

This item has no instructions

aan het werk

Spelling
Les 5

opgave 1 t/m 5
Klaar: taalblobs

Slide 26 - Slide

This item has no instructions