grammatica voorbereiding SO 1 maart

• Engels
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

tellen tot 100

getallen lezen in het boek.

Wat valt je op. 

learningapps.org

bespreken wat er gebeurt als je in het Engels telt tot 100.

kladblaadje:

-getallen opschrijven tot 10

-tientallen opschrijven

- tientallen + eenheden in het Engels 

twenty-four =

1. 24
2. 42

sixty-seven =

1. 76
2. 67

ninety-eight =

1. 89
2. 98

thirty-two =

1. 32
2. 23

one hundred and eight=

1. 108
2. 801

Nederlands: het is negenenzeventig euro vijfennegentig

Engels: it's one pound fifty

Schrijven van de  rijtjes  hebben en zijn

ik	heb		ik	ben
jij	hebt		ji	bent
hij / zij / het	heeft		hij / zij / het	is
wij	hebben		wij	zijn
jullie	hebben		jullie	zijn
zij	hebben		zij	zijn

Nu gaan wij de rijtjes opschrijven in het Engels

boek erbij

Kijk goed: wat gebeurt er als je het rijtje van HEBBEN als vraag gebruikt.

goed of fout:

Am you happy?

1. goed
2. fout

goed of fout:

Are you happy?

1. goed
2. fout

goed of fout:

Is we happy?

1. goed
2. fout

goed of fout:

Are they happy?

1. goed
2. fout

present continuous

In het Nederlands zeg je: 

-ik ben bezig met....

-aan de gang zijn...

In het Engels gebruik je een vorm van het werkwoord ARE + een werkwoord met ING 

present continuous

rijtjes overschrijven

goed of fout:

I am wearing a sweater.

1. goed
2. fout

goed of fout:

You are wear a sweater.

1. goed
2. fout

goed of fout:

He are wearing a sweater.

1. goed
2. fout

goed of fout:

He is wear a sweater.

1. goed
2. fout

goed of fout:

She is wearing a sweater.

1. goed
2. fout

learningapps.org