6.3

Parlementaire democratie
1 / 33
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Parlementaire democratie

Slide 1 - Slide

Tijdens deze les

In deze les bespreken we de volgende paragraaf:
Paragraaf 6.3 - Machten in de parlementaire democratie

Na deze paragrafen weet je:
Welke drie machten er aanvullend op de Trias politica zijn.
Wat het Nederlandse parlement is.
Wat het verschil is tussen de regering en het kabinet.
Wat het verschil is tussen de oppositie en de coalitie.
Wat ambtenaren zijn en wat hun functie is bij de overheid.
Wat de functies van de massamedia zijn.
Welke macht externe adviseurs en lobbyisten hebben op de beleidsvorming.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Eerste macht: parlement

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Beelden uit de Tweede Kamer

Slide 8 - Slide

Beelden uit de Eerste Kamer

Slide 9 - Slide

Meer weten over de Eerste Kamer?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

Functies voor de democratie
Functies voor het individu en de samenleving
Functie voor de democratie EN het individu en de samenleving
Informatie-functie
Agenda-functie
Socialiserende
functie
Controle- of waakhondfunctie
Meningsvormende functie
Amusements-functie

Slide 22 - Drag question

Slide 23 - Slide

0

Slide 24 - Video

Trias Politica betekent ...
A
alleenheerschappij
B
scheiding der machten
C
vrijheid
D
Montesquieu

Slide 25 - Quiz

In welke rij staan de politieke machten in de volgende volgorde:
wetgevende macht – uitvoerende macht – rechterlijke macht – vierde macht?

A
Regering en parlement – parlement – rechters - massamedia.
B
Regering en parlement – regering – rechters – ambtenaren
C
Parlement – parlement en regering – massamedia – ambtenaren.
D
Regering – parlement – rechters – ambtenaren

Slide 26 - Quiz

Topambtenaren hebben veel invloed op de politieke besluitvorming, omdat
I. ze veel kennis van zaken hebben.
II. ze zich bezighouden met beleidsbepaling.
III. ze invloed kunnen uitoefenen op de minister.
:
A
I is juist, II en III zijn onjuist.
B
Alleen II is juist.
C
I en II zijn juist, III is onjuist.
D
I, II en III zijn juist.

Slide 27 - Quiz

Wat wordt ook wel de vierde macht genoemd?
A
De wetgevers
B
De ambtenaren
C
De media
D
De Koning

Slide 28 - Quiz

Door welke eigenschap worden ambtenaren de vierde macht genoemd?
A
Hun ijverigheid
B
Hun loyaliteit
C
Hun deskundigheid
D
Hun integriteit

Slide 29 - Quiz

6. Lobbyen is ...
A
Met mensen op straat praten
B
Anoniem op social media je mening geven
C
Met belangrijke mensen praten
D
Zitten in de lobby van een hotel

Slide 30 - Quiz

Kun je aangeven welke actoren bedoeld worden met de 'vierde en de vijfde macht'?

Slide 31 - Open question

Wat zouden we moeten doen om de macht van lobbyisten te beperken?

Slide 32 - Open question

Welke kritiek is er op de invloed van lobbyisten op onze politieke besluitvorming hebben?

Slide 33 - Open question