2HV Grammatica Zinsdelen H5: Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Welkom 2F!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom 2F!

Slide 1 - Slide

Deze les...
- Stil lezen
- Doelen doornemen
- Uitleg en oefeningen enkelvoudige en samengestelde zinnen
- Aan de slag!

Slide 2 - Slide

Stil lezen
Geniet van
je verhaal!
timer
6:30

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
- Ik kan bepalen of een zin een werkwoordelijk of een 
   naamwoordelijk gezegde bevat.
- Ik kan enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen.

Slide 4 - Slide

Stencil bespreken
Pak de opdracht van gisteren erbij. 
We gaan nakijken en bespreken!

Slide 5 - Slide

Enkelvoudige en samengestelde zinnen
Er zijn zinnen met één persoonsvorm en zinnen met meer persoonsvormen.
Zinnen met één persoonsvorm noemen we enkelvoudig.
Zinnen met meer persoonsvormen noemen we samengesteld.

Let op! De vraagproef werkt niet als je de pv's van samengestelde zinnen wilt vinden. Gebruik daarom de tijdproef of de getalproef.

Slide 6 - Slide

Enkelvoudig of samengesteld?

Max speelt gitaar en Iris kan goed zingen.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 7 - Quiz

Enkelvoudig of samengesteld?

Mira's neefje van drie heeft gisteren stiekem de halve koekjespot leeggegeten.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 8 - Quiz

Enkelvoudig of samengesteld?

Volgende week gaan alle derdejaars met hun klas op excursie naar de Tweede Kamer in Den Haag.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 9 - Quiz

Enkelvoudig of samengesteld?

Het hockeyteam dat onderaan staat, heeft vandaag gewonnen van de nummer één.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 10 - Quiz

Enkelvoudig of samengesteld?

De gemaskerde man beroofde de bank, terwijl zijn handlanger buiten wachtte.
A
enkelvoudig
B
samengesteld

Slide 11 - Quiz

Ik kan enkelvoudige en samengestelde zinnen herkennen
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Aan de slag!
Huiswerk voor dinsdag 29 november, 2e uur:
MNV Grammatica zinsdelen H5, opdr. 1, blz. 148-149

Vind je het lastig? Noteer je vragen zo duidelijk mogelijk en stel ze tijdens de les!

Slide 13 - Slide

Hoofdzinnen (HZ) en bijzinnen (BZ)
Hoofdzinnen (HZ) zetten we tussen {accolades}.
Bijzinnen (BZ) zetten we tussen (ronde haken).

Let op: Bijzinnen zijn altijd onderdeel van de hoofdzin.
Ze vormen een zinsdeel. 

Slide 14 - Slide

Hoofdzinnen (HZ) en bijzinnen (BZ)
Een samengestelde zin bestaat uit...
- twee of meer samengevoegde hoofdzinnen (HZ)
- één hoofdzin (HZ) met één of meer bijzinnen (BZ) erin
- één of meer hoofdzinnen (HZ) met één of meer bijzinnen (BZ) 
  erin.

Slide 15 - Slide

Hoofdzinnen (HZ) en bijzinnen (BZ)
{Max speelt gitaar} en {Iris kan goed zingen}.

{De gemaskerde man beroofde de bank, (terwijl zijn handlanger buiten wachtte).}

{(Het hockeyteam dat onderaan staat), heeft gisteren gewonnen van de nummer één.}

Slide 16 - Slide

Oefening
Geef van de volgende zinnen aan of ze bestaan uit twee hoofdzinnen (HZ + HZ) of uit een hoofdzin en een bijzin 
(HZ + BZ) of (BZ + HZ).

Slide 17 - Slide

Toen de ranja op was, ging iedereen naar huis.
A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ

Slide 18 - Quiz

De trainer legde de tactiek uit, maar de spelers luisterden niet.
A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ

Slide 19 - Quiz

Omdat Nederland een waterland is, kampen we steeds weer met overstromingen.
A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ

Slide 20 - Quiz

Weet je dat je vannacht de planeet Jupiter goed kunt zien?
A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ

Slide 21 - Quiz

Ik kan hoofd- en bijzinnen herkennen in samengestelde zinnen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

Aan de slag!

MNV Grammatica zinsdelen H5, opdr. 1 t/m 3, blz. 148-149

Is het moeilijk?
- Lees de theorie in je boek.
- Overleg fluisterend met je buurvrouw/-man.
- Vraag je docent om hulp.

Slide 23 - Slide