Kapitel 1 PW voorbereiding 2e keer
1 / 14
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Onregelmatige werkwoorden: haben + sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
haben
hast
haben
habt
hat
Slide 4 - Drag question
Onregelmatige werkwoorden: haben + sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
sein
sein
Slide 5 - Drag question
basisvorm: Welke uitgangen krijg je achter de stam bij de zwakke werkwoorden?
ich = stam + _____
du = stam + _____
er/sie/es/wer/man = stam + _____
wir = stam + ______
ihr = stam + ______
sie = stam + ______
Sie = stam + ______
e
en
en
en
st
t
t
Slide 6 - Drag question
Zet de getallen van laag (A) naar hoog (E).
A
B
C
D
E
tausend
siebzehn
hundertzweiundneunzig
fünfhundert
zwölf
Slide 7 - Drag question
Sleep het juiste Duitse persoonlijk voornaamwoord naar het Nederlandse persoonlijk voornaamwoord
ik
jij
hij
zij e.v.
wij
jullie
het
u
zij
ich
ihr
er
es
wir
du
sie e.v
Sie
sie
Slide 8 - Drag question
Bezittelijke voornaamwoorden
mijn
jouw
zijn
haar
ons/onze
jullie
hun/uw
mein
dein
sein
ihr
unser
euer
ihr/Ihr
Slide 9 - Drag question
Rangtelwoord: 20
Slide 10 - Open question
Rangtelwoorden
16e
16e
Slide 11 - Open question
Rangtelwoorden
30e
30e
Slide 12 - Open question
Slide 13 - Slide
Wat zijn is jouw gevoel bij het proefwerk?
A
Ik ben een expert
B
Ik heb er vertrouwen in
C
Ik heb nog wat uitleg nodig
D
Ik snap er niks van
