Les 30 H3 Lezen: signaalwoorden en tekstverbanden/ opsomming en tegenstelling(1)

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo, havo
• Leerjaar 2

Welkom M2

Wat gaan we doen?

• H3 Lezen: tekstverbanden en signaalwoorden 

Planning

• Welkom nieuwe klas! (5min) --> plastic mapje + werkwijze
• Uitleg Pecha Kucha (5min)
• Wat moeten we leren voor de toetsweek? (5min)
• Huiswerk nakijken (dakpanklas)
• Start Lezen H3 -Stencils: tekstverbanden en signaalwoorden(10min)
• Aan de slag! (20min)
• Huiswerk

Lesdoel

Aan het eind van deze les kun je...

... opsommingen en tegenstellingen herkennen in een tekst aan de hand van signaalwoorden.

Signaalwoorden?

Wat zijn dat voor woorden???

https:

Welk tekstverband gebruik je om dingen achterelkaar op te noemen?

1. concluderend tekstverband
2. uitleggend tekstverband
3. opsommend tekstverband
4. tegenstellend tekstverband

Opsommend tekstverband herken je aan de volgende signaalwoorden:

1. Ten eerste, ten tweede, om te beginnen, ook nog, bovendien.
2. Eerst, vroeger, later, nu, vervolgens, nadat, etc.
3. Hoewel, echter, maar, daarentegen, ondanks.
4. Bijvoorbeeld, zoals, denk aan, neem nou.

Welke signaalwoorden horen er bij een tegenstellend tekstverband?

1. doordat, daardoor, met als gevolg
2. maar, echter, echt niet,
3. dus, daarom, concluderend, kortom
4. maar, echter, toch, integendeel

Het regent, maar toch schijnt de zon.

1. opsommend tekstverband
2. tegenstellend tekstverband

Willem gaat naar school en neemt zijn agenda mee. Ook neemt hij zijn etui mee en zijn broodtrommel.

1. opsommend tekstverband
2. tegenstellend

Aan de slag!

Wat: opdracht 1 & 2

Waar: leerboek blz. 65-66

Hoe: individueel, in stilte

Hulp: blokje theorie, mij

Tijd: 20 minuten 

Klaar? Start met opdracht 3!

=huiswerk

Huiswerk

Stencil Tekstverbanden/ signaalwoorden

Maken: opdracht 1 t/m 3

Volgende les: plastic mapje + stencils mee!!!

Huiswerk

Leer de theorie over tekstverbanden en signaalwoorden (1) op blz. 64 en maak opdracht 4 (af).

Evaluatie

Kun je nu ...

... opsommingen en tegenstellingen herkennen in een tekst aan de hand van signaalwoorden?

Schrijf nu zelf 2 zinnen in je schrift:

1. een zin met een opsommend tekstverband

2. een zin met een tegenstellend tekstverband

Welk cijfer zou je je inzet geven voor deze les?