Het feodale stelsel

H4 Geloof en geweld
Hoe werd het rijk bestuurd?
1 / 11
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 11 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

H4 Geloof en geweld
Hoe werd het rijk bestuurd?

Slide 1 - Slide

Goedenmiddag v1c 
Pak je plenda en noteer:

Maken: opdracht 21, 25 t/m 30, 33, 34, 42 af voor maandag 11 april 

- Tijdbalk verder uitwerken met informatie die we vandaag behandelen!

Slide 2 - Slide

Tijdbalk
- Verwerk belangrijke personen/gebeurtenissen/jaartallen
- Schrijf erover IN HET KORT
- Maak het makkelijk voor jezelf 

Slide 3 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze les weet ik hoe Karel de Grote zijn rijk bestuurde en hoe het bestuur in elkaar zat.

Slide 4 - Slide

Drie standen
De eerste stand:
De geestelijken. Zij zorgden voor alles wat met geloof te maken had.
De tweede stand:
De adel. Zij bestuurden het land, verzorgden de rechtspraak en verdedigden het land als er oorlog was. 
De derde stand:
De rest van de bevolking. Zij zorgden voor het voedsel.
In de Middeleeuwse standenmaatschappij hadden de eerste en de tweede stand alle rechten, en de derde stand vrijwel alle plichten (zoals het betalen van belasting).

Aan deze verdeling werd niet getwijfeld: God heeft het zo gewild.
Klik op de afbeelding

!

Slide 5 - Slide

Karel de Grote 
  • Karolingen veroverde veel gebied, ook het rijk van de Longobarden
  • Gekroond tot keizer in 800 door paus Leo 
  • Karel had een nieuwe manier om politiek en handel te laten slagen
  • Onderwijs = belangrijk!
  • Verbleef in Aken; paleis met Byzantijnse invloeden

Slide 6 - Slide

Het bestuur van het Rijk

  • Karel de Grote kon zijn land niet alleen besturen.
  • Daarom kreeg hij hulp van vazallen: mannen die met hem meevochten

  • Zijn trouwste vazallen kregen als beloning ieder een gebied in leen. 
  • Zij mochten dit namens hem besturen: zij werden zijn leenmannen.
  • Het leenstelsel heet ook wel: feodalisme

Slide 7 - Slide

De leenman
De leenheer:
Karel de Grote
Het leen (de grond) dat de leenman 'in leen' krijgt.
De vier plichten van een leenman:
  • Hij moest trouw zweren aan de koning; 
  • Hij moest zijn gebied besturen en er recht-spreken;
  • Hij moest jaarlijks belasting aan de koning betalen; 
  • Als er oorlog was in het Rijk, moest hij met zijn eigen soldaten meevechten in het leger van de koning.
De leenman zweert trouw aan zijn leenheer, Karel de Grote.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Zendgraven
Zendgraven maakten de wetten van de keizer bekend.
Verder controleerden ze of de graven zich wel hielden aan het belasting betalen en het handhaven van de wetten.

Slide 10 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze les weet ik hoe Karel de Grote zijn rijk bestuurde en hoe het bestuur in elkaar zat.

Slide 11 - Slide