Fase 3, niveau 3, les 1 voorbereiding examen schrijven

Fase 3, niveau 3, les 7 voorbereiding examen schrijven
- uitleg doelen les
- herhaling schrijfexamen 2F
-instaptestje via lesson-up
- zakelijk e-mail instructie 
- instructie opdracht
- extra uitleg spelling d's en t's

Niet nodig? Aan het werk met de schrijfopdracht

1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Fase 3, niveau 3, les 7 voorbereiding examen schrijven
- uitleg doelen les
- herhaling schrijfexamen 2F
-instaptestje via lesson-up
- zakelijk e-mail instructie 
- instructie opdracht
- extra uitleg spelling d's en t's

Niet nodig? Aan het werk met de schrijfopdracht

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les
  • weet ik de eisen van het schrijfexamen
  • heb ik geoefend met lastige spellingskwesties en zijn de spellingsregels opgefrist
  • heb ik fouten herkend in een tekst en verbeterd
  • ken ik de regels van de d's en t's

Slide 2 - Slide

Instellingsexamen Schrijven 2F
Ongeveer december/januari
  • Kom op tijd! ID kaart
  • Uitnodiging via de schoolmail
  • Tijd: 60 minuten
  • Uitslag, herkansing

Slide 3 - Slide

Kenmerken van het examen
  • 2-3 schrijfopdrachten
  • brief, e-mail, verslag(van een gesprek), formulier, kort bericht(nieuwsbrief), reactie met jouw mening (standpunt) en argumenten op een artikel

Slide 4 - Slide

Zakelijke brief en e-mail
De klachten e-mail of klachtenbrief
Informatie e-mail of informatiebrief
De sollicitatie e-mail of sollicitatiebrief
Een zakelijke e-mail naar de sportschool om je abonnement op te zeggen
En zakelijke e-mail naar een klant van het bedrijf waar je werkt
Verkoop e-mail
Betalingsherinnering
Offerte

Slide 5 - Slide

Zakelijke brief of e-mail
Geachte heer/mevrouw,

Naar aanleiding van uw vacature….
Naar aanleiding van ons telefoongesprek….
Naar aanleiding van uw mail…..
  

Met vriendelijke groet,

Voornaam en achternaam
functie 


Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Brief VS e-mail
- een brief heeft een adressering en een dagtekening
(je eigen naam en adres) Tamar Berends
Parkweg 4B
3842 AD Harderwijk

Harderwijk (eigen woonplaats), 30 november 2023

(geadresseerde)Sportcomplex Iedema
Parkweg 6
3842 AD Harderwijk  

Slide 8 - Slide

Extra oefening en instructie werkwoordspelling
Niet nodig?
Aan het werk met de schrijfopdracht in Teams bij het kanaal Nederlands (les 7) Schrijf een zakelijke brief of e-mail. 

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Stam VS ik-vorm
Stam werkwoord (gebruik je om woorden goed te vervoegen)
 hele werkwoord – en
Bijv. worden, beloven


Ik- vorm (gebruik je bij de schrijfwijze van de werkwoorden)

 Ik beloof (stam= belov)

Slide 13 - Slide

Tegenwoordige tijd
Ik-vorm(i.p.v. stam)+ t (behalve bij ‘ik’ervoor of ‘jij/je’ erachter
(als je ‘je’ kunt vervangen voor ‘jij’ schrijf je alleen de stam)
OF
Werkwoord ‘lopen’ invullen

Hij (worden) morgen 39 jaar
Zij (vinden) dat geen goed idee
(worden) je vader morgen opgehaald? 

Slide 14 - Slide

Verleden tijd
Eindigt de laatste letter van de stam op een letter die in het hulpwoord zit? Dan schrijf je een t(te(n)
‘t ex kofschip
‘t ex-fokschaap
xtc-koffeshop 
1. Hij (verhuizen) gisteren naar Zwolle
2. Zij (beloven) aan hen dat het goed kwam

Slide 15 - Slide

Verleden tijd: voltooid deelwoord
- begint altijd met ge, be, ver
- er staat een vorm van hebben of zijn in de zin vooraf.
Bijv. Het had geregend
 Hij was getreiterd vroeger

Onvoltooid deelwoord
- het is nog bezig, altijd met een ‘d’
-Bijv. Half slapend nam hij de telefoon op
-Zij gaat altijd lopend naar haar werk


Slide 16 - Slide

Bijvoeglijk gebruikt werkwoord
Het is NIET de persoonsvorm
Er staat altijd een zelfstandig naamwoord achter
Het zegt iets over dat zelfstandig naamwoord

Schrijf het woord ZO KORT MOGELIJK op!

-  het gestrande schip 
- de verwachte post
(zegt iets over schip, het zelfstandig naamwoord)
- De vergrote foto

Slide 17 - Slide

Oefenen
Zijn er nog mensen … (uitnodigen) voor een bezoek aan het nieuwe gemeentehuis, dat morgen … (worden) … (openen).

De docent … (proberen) ons ervan te … (overtuigen), dat we toen onvoldoende nauwkeurig hadden … (werken).

Is een deel van de lading van het … (stranden) schip vanochtend … (aanspoelen) op de Engelse kust?

Slide 18 - Slide