Werken in Kinderopvang les 3

• Zorg en Welzijn
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

Deze week

1. voorlichting deze les
2. Toets les 2
3. materiaal kennis
4. caroussel 3 opdrachten
5. huiswerk
6. volgende week

Materiaalkennis

bij de volgende activiteiten:

Speelgoed schoonmaken

Kinderbed verschonen

verzorging van de was

de afwas

de babyfles

groente en fruithapje

de broodmaaltijd

activiteiten doen met kinderen

Materiaalkennis vandaag Was vouwen.

bij de volgende activiteiten:

Was vouwen

hoort bij cursus Werken in de Kinderopvang.

Tijdsindeling

90 minuten.

5 minuten instructie

10 minuten toets week 1

5 minuten gezamenlijk gedeelte

4 x 15 minuten 4 opdrachten

10 minuten afronden en huiswerk.

https:

Op de tafel zie je materiaal liggen.

Hoe heten deze materialen.

Benoem ze allemaal.

Verschillende soorten was op tafel

Jullie gaan 4 opdrachten doen in tweetallen

opdracht 1 Poppenkast (variant extern)

opdracht 2 kinderziekte Waterpokken

opdracht 3 Kinder - baby was vouwen

opdracht poppenkast (extern)

Je speelt 15 minuten poppenkast 

Je hebt verschillende poppen

Je speelt een spel in het bos. Kan je je fantasie gebruiken=

opdracht kinderziekte: Waterpokken

Er zijn verschillende kinderziekten. Kijk naar het volgende filmpje.

Maak een kort verslag over wat je hoort en ziet.

Schrijf op:

Wat is het voor ziekte?

hoe lang duurt het voordat een kind ziek wordt?

Welke leeftijd?

Welk seizoen?

hoe verspreid de ziekte zich?

Wat zie je aanhet kind?

Hoe lang duurt de ziekte?

Wanneer is het besmettelijk voor andere kinderen?

Wanneer is het niet meer besmettelijk?

00:08

Meeste kinderen krijgen dit voor hun?
leeftijd?

1. 7
2. 8
3. 9
4. 10

00:16

Wat voor roos?

00:21

Waardoor wordt het virus verspreid

00:27

vocht uit de?

1. gaatjes
2. vaatjes
3. blaasjes
4. vaasjes

00:35

Incubatie tijd = ?

1. tussen besmetting en eerste verschijnselen
2. tussen ziek zijn en ziekte over.
3. in deze tijd besmettelijk
4. in deze tijd niet besmettelijk

00:45

besmettelijk vanaf

1. enkele dagen voordat blaasjes verschijnen
2. dat blaasjes er zijn
3. de blaasjes zijn ingedroogd
4. Watte?

00:57

Waarmee begint het?

1. blaasjes
2. koorts
3. hoesten
4. hoofdpijn

01:06

Waar lijken de kleine rode bultjes op?

1. allergie
2. krasjes
3. blaasjes
4. muggenbulten

01:11

Wat doen de blaasjes?

01:24

Omschrijf de romp. Waar zit de romp?

01:44

Hoe lang duurt de ziekte bij een normaal verloop?

1. 5
2. 6
3. 7
4. 10

01:51

Bij zwangerschap kan de vrouw het virus overdragen. Waar of niet waar?

02:03

Wanneer kan het gordelroos worden?

1. bij weerstand
2. Als je riem te strak zit
3. bij weinig weerstand
4. bij warm weer

02:13

Wat doe je met dit poeder

1. de huid er mee wassen
2. de inpoederen
3. de huid inpoedelen
4. de in poeieren

Huiswerk en volgende week

Les 2

voorlichting deze les

toets week 3

materiaal kennis
verzorging van de was

caroussel 3 opdrachten

huiswerk

volgende week