Week 7 Het lichaam

• NT2
• Basisschool
• Groep 4

Nederlands

Maandag 11 oktober 2021

Dinsdag 12 oktober 2021

MP 2

 juf Francien,   juf Katarina,      juf Marjolein

Please go to www.lessonup.com

Wat gaan we doen?

Woorden die bij het lichaam horen herhalen

Dagen van de week

Zinnetjes

Werken in 3 groepen:

• computer hzs
• tekenen, dit ben ik
• kwartetten met juf

-

Dagen van de week

Monday

Tuesday

Wednesday

Thursday

Friday

Saturday

Sunday

En in het Nederlands?

Dagen van de week

Maandag

Dinsdag

Woensdag

Donderdag 

Vrijdag

Zaterdag

Zondag

Leerlingen doen ogen dicht en als je ze aantikt zeggen ze de volgende dag van de week in de rij.

Even herhalen

Welke woorden kennen we al, zie link in volgende slide.....kies 'random cards'

wordwall.net

Nieuwe woorden

Ik zie

Ik ruik

Ik luister

Ik praat

Ik wijs

Ik knip

Ik heb een bril

Wat is dit?

• Dit is een hand   
• Dit is geen been

De leerlingen krijgen een kaartje van praten met Pim, daarmee lopen ze door de klas, ze vragen elkaar 'wat is dit' en het antwoord kan zijn 'dit is een....' of 'dit is geen...'

Groep 1:

Inloggen op HZS en verder gaan waar je gebleven bent

Groep 2:

Teken jezelf.

Schrijf er zoveel mogelijk Nederlandse woorden bij

Groep 3:

Speel kwartet met juf

3x15 minuten werken in groepen

Inloggen op HZS

Ga naar: www.hzs-digitaal.nl

Druk op start

gebruikersnaam: voornaam2021

wachtwoord:hzs2021

Voorbeeld: francien2021

Wachtwoord: hzs2021

Groep 1:

Log in op HZS

en starten maar......

www.hzs-digitaal.nl

Het lichaam

Groep 2:

Teken jezelf en schrijf er zoveel mogelijk woorden bij.

Commando.....hoofd

Ga staan...

Juf zegt een lichaamsdeel en dat tik je aan, maar alleen als er het woord 'commando' voor staat. Als je het verkeerde lichaamsdeel aanraakt of als er geen 'commando' voor gezegd werd en je reageerde toch dan ben je af en ga je zitten. Wie blijft het langste staan?

De kinderen pakken iets roods en iets groens. Als ze het eens zijn dan steken ze het groene item in de lucht, als ze het niet eens zijn dan steken ze het rode item in de lucht.

De leerkracht neemt een persoon in gedachten, de kinderen gaan raden welk persoon dat is. Daarna neemt een kind een persoon in gedachten. Alleen vragen die met ja of nee beantwoord kunnen worden.

Heb jij...........

Een bril?

Nee, ik heb niet een bril

Nee, ik heb geen bril

Ja, ik heb een bril

Carousselspel, de leerlingen lopen door de klas met een kaartje, ze stellen de vraag op het kaartje aan een andere leerling, die antwoordt en stelt daarna zijn/haar vraag. Vervolgens wordt er van kaartje gewisseld.

portal.coutinho.nl

Tellen tot ...../hoe oud ben jij?

Snelle herhaling van de vorige les, kunnen de kinderen aan elkaar de vraag 'hoe oud ben jij'? stellen en kunnen ze die vraag ook beantwoorden?

Hoe ver kunnen we tellen met de klas? Begin met de kinderen die nog niet zo lang Nederlands leren, leerling start met tellen als je hem/haar aantikt, daarna  tik je een ander aan en die gaat door. Hier kunnen de kinderen die goed Nederlands spreken mooi laten zien tot hoe ver ze kunnen komen omdat je de leerlingen aan het eind pas de beurt geeft.

Even checken of de kinderen ook al tot 20 kunnen tellen