Domein B4.3 Neurale regulatie

Domein B4.3 Neurale regulatie
Deze training: de binas tabellen bij langs. De rest zelfstandig thuis.
1 / 37
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 37 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Domein B4.3 Neurale regulatie
Deze training: de binas tabellen bij langs. De rest zelfstandig thuis.

Slide 1 - Slide

Leerdoelen

Slide 2 - Slide

Homeostase
Het in stand houden van een dynamisch evenwicht in het inwendige milieu van organismen

  • [zuurstof] bloed
  • [glucose] bloed
  • Osmotische waarden
  • Lichaamstemperatuur

Slide 3 - Slide

Negatief: verwarmingssysteem in huis (radiator)


Positief: oxytocineregelkring mens

Slide 4 - Slide


Het zintuigstelsel

Slide 5 - Slide

Prikkels
Zintuigen met receptoren die prikkels opvangen

  • Externe prikkels: extern milieu, zoals geluid en geur
  • Interne prikkels: intern milieu, zoals osmoreceptoren en pH-receptoren of proprioceptoren (spanning spier en stand lichaam)

Slide 6 - Slide

Soorten receptoren
Mechanische receptoren: 

  • Prikkel = mechanische energie
  • Celmembraan buigt of strekt 
  • Bijv: aanraking, druk, beweging, geluid

Slide 7 - Slide

Soorten receptoren
Gehoor/evenwichts receptoren: 

  • Prikkel = mechanische energie
  • Vloeistof laat haartjes bewegen

Binas tabel 87D

Slide 8 - Slide

Soorten receptoren
in de huid
Tast/druk receptoren: 
  • Prikkel = mechanische energie
  • Tast: vlak onder opperhuid
  • Druk: dieper in de huid

Temperatuurreceptoren:
  • Prikkel = warmte en kou boven of onder normwaarde

Pijnreceptoren:
  • Prikkel = extreme druk, extreme temperaturen of door stoffen die vrijkomen bij beschadiging of ontsteking weefsel
  • In het hele lichaam

Binas tabel 87A

Slide 9 - Slide

Soorten receptoren
Chemische receptoren: 

  • Prikkel = moleculen
  • Bijv: smaak en reuk


Slide 10 - Slide

Soorten receptoren
Lichtreceptoren (foto): 

  • Prikkel = zichtbaar licht
  • Bij mens in oog

Binas tabel 87C

Slide 11 - Slide

Prikkeldrempel

Slide 12 - Slide

Het zenuwstelsel
(bouw)
Centrale zenuwstelsel
  • Grote hersenen
  • Kleine hersenen
  • Hersenstam
  • Ruggenmerg

Perifere zenuwstelsel
  • Zenuwen (motorische en sensorische)



Slide 13 - Slide

Het zenuwstelsel
(functie)

Animale zenuwstelsel: bewuste reacties en houding en beweging van het lichaam

Autonome/vegetatieve zenuwstelsel: onbewuste reacties en processen (hartslagfrequentie, ademhalingsfrequentie, werking spijsverteringsorganen en nieren, verwijden en vernauwen bloedvaten)



Slide 14 - Slide

Zenuwcellen (neuronen)
Geven signaalmoleculen (neurotransmitters) af

  • Dendriet: impulsen ontvangen
  • Axon: impulsen doorgeven

Myelineschede bestaande uit de cellen van Schwann = isolatielaag

Slide 15 - Slide

Zenuwcellen
Sensorische zenuwcellen (gevoel): zintuig -> CZS
  • Cellichaam ligt buiten ruggenmerg

Schakelzenuwcellen: binnen hersenen of ruggenmerg

Motorische zenuwcellen (beweging): hersenen/ruggenmerg -> spieren of klieren
  • Cellichaam ligt binnen ruggenmerg

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Impulsoverdracht in een synaps

Slide 18 - Slide

Hersenen
Grote hersenen
  • Hersenschors
  • Bewustwording en bewuste reacties

Kleine hersenen
  • Coördinatie en evenwicht

Hersenstam
  • Verbindt grote/kleine hersenen met ruggenmerg
  • Onbewuste levensprocessen en reflexen

Slide 19 - Slide

fMRI: 
kijken naar het brein in actie (hersencentra, gevoelscentra en bewegingscentra)


Binas tabellen 88C1/2/3

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Het ruggenmerg (Binas tabel 88J)

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Bewuste reactie: 
impuls -> grote hersenen -> schakelneuronen -> kleine hersenen -> schakelneuronen -> hersenstam en ruggenmerg -> impulsen via motorische neuronen -> spieren = reactie

Slide 26 - Slide

Onbewuste reactie (reflex):
Impuls -> zintuigcel -> impuls via sensorische neuronen -> hersenstam of ruggenmerg -> impulsen via motorische neuronen -> spieren = reactie

Later pas: via schakelneuronen impuls naar hersenen = bewustwording

Slide 27 - Slide

Reflexen
Vaste, snelle, onbewuste reactie op een bepaalde prikkel (Binas tabel 88K)

Reflexboog: 
  • Hoofd en hals = hersenstam
  • Romp en ledematen = ruggenmerg
  • Later pas impulsen bij grote hersenen = bewustwording

Slide 28 - Slide

Binas tabel 88L

Slide 29 - Slide

Rustpotentiaal
  • Cytoplasma: K+
  • Intercellulaire ruimte: Na+ 

Kalium- en natriumkanalen (kost ATP)
-> buitenkant membraan: natrium ophoping + kalium stroom = +
-> binnenkant membraan = -

Membraanpotentiaal: -70mV

Binas tabel 88D

Slide 30 - Slide

Werking kalium-natrium pomp

Slide 31 - Slide

Impulsgeleiding
  • Rustfase: poorten gesloten
  • Drempelwaarde: actiepotentiaal ontstaat vanaf -50mV
  • Depolarisatie: minder negatief worden van membraanpotentiaal -> Bewaakte Na+ kanalen open = Na naar binnen = cytoplasma +30mV
  • Repolarisatie: Bewaakte K+ kanalen open = K+ naar buiten = (geen nieuw impuls mogelijk = abs. refr. periode)
  • Hyperpolarisatie: K+ poorten sluiten te langzaam = negatiever dan -70mV (nieuw impuls mogelijk bij -50mV = rel. refr. periode)

Binas tabel 88F

Slide 32 - Slide

Alles of niets
Prikkeldrempel (-50mV) = kleinste sterkte van prikkel die een impuls veroorzaakt

  • Impulssterkte overal gelijk
  • Impulsfrequentie verschilt

Slide 33 - Slide

Met myeline = 50x zo snel

Slide 34 - Slide

Impulsoverdracht (Binas tabel 88G)

Slide 35 - Slide

Van neuron naar neuron
EPSP: exciterend = Na+ en K+ kanalen open = depolarisatie

IPSP: inhiberend = K+ en/of Cl- kanalen open = hyperpolarisatie

Binas tabel 88I


Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide