1. De verkiezingen zijn geweest en een Tweede Kamer + ministers zijn gevormd.
2. Er is een probleem
3. Minister of Kamerlid komen met een wetsvoorstel
4. Tweede Kamer stelt vragen, past eventueel wet aan en stemt over de wet
5. Eerste Kamer stemt over de wet
6. De Koning ondertekend de wet
7. De wet wordt gepubliceerd (Staatsblad)