4.1

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Welkom!

Telefoon in de tas :)

Zitten volgens de plattegrond

Planning

- Lessonup class maken

- Herhaling 

- 4.1 uitleg afmaken 

- Aan de slag

Lessonup 

Klas:          M4.AK2

Code:        arqfx     

Hoe bereken je de sociale bevolkingsgroei?

Hoe heet dit teken en wat is de betekenis daarvan:
‰

Waarom is er op dit moment sprake van: Vergrijzing?

Stel je voor:
In Nederland emigreren 10 mensen en er immigreren 15 mensen. Van wat is er op dat moment sprake?

1. Vestigingsoverschot
2. Vertrekoverschot
3. Geboorteoverschot
4. Natuurlijke bevolkingsgroei

Lezen 4.1 

Migratie en toekomst

Zelfstandig

Migratie 

> Jaren '50 / '60: vertrekoverschot ->VS, Canada, Australië

Daarna: Nederland = immigratieland -> 4 groepen immigranten 

Groep 1: Gastarbeiders 

- Marokkanen en Turken (vanaf 1965)

- Veel werk maar te weinig arbeiders (vies en 

zwaar werk)

- Eerst tijdelijk (=gastarbeider) maar veel bleven

Groep 2: Inwoners van de voormalige koloniën

- Surinamers, Indonesiërs, Antillianen 

- Voor studie of werk 

Migratie

Groep 3: politieke vluchtelingen 

- Zijn niet veilig in hun eigen land

- Irakezen, Syriërs en Oekraïners

- Economische vluchtelingen

Groep 4: inwoners EU-landen 

- Studie of werk

- Vooral uit Oost-Europa; Polen, Bulgaren

- Seizoensmigratie: helpen met de oogst in

 de lente / zomer, daarna terug naar hun 

eigen land

Migratie

Het aantal migranten wordt:

- Groter door gezinshereniging

= Een gezinslid woont hier al en de rest van het gezin volgt later

- Kleiner door remigratie

= Het terugkeren van immigranten 

naar hun eigen land van herkomst

Toekomst 

Waarom blijft de Nederlandse bevolking waarschijnlijk groeien tot 2060?

- Ondanks lager geboortecijfer toch een geboorteoverschot tot 2037.

- Komst van nieuwe immigranten.

- Rond 2037 ontstaat een sterfteoverschot. 

-> Maar: bevolking blijft naar verwachting toch groeien door het grotere  vestigingsoverschot.

Aan de slag!

Wat: Opdrachten 4.1:  3, 4, 5, 6, 8

Wie: Zelfstandig 

Tijd: Tot aan het einde van de les

Klaar?: Lezen 4.2