This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Hoeveel % is 18 van 57?
A
31,5%
B
31,6%
C
18,3%
D
18,4%
Slide 2 - Quiz
Met welk getal moet je vermenigvuldigen om 89% uit te rekenen?
A
89
B
0,89
C
0,98
D
8,9
Slide 3 - Quiz
Stel, iets wordt 30% duurder. Hoe bereken je dan de nieuwe prijs?
A
nieuw = 0,30 x oud
B
nieuw = oud - 0,30 x oud
C
nieuw = oud + 0,30 x oud
D
nieuw = 30 x oud
Slide 4 - Quiz
Stel, iets wordt 7,5% goedkoper. Hoe bereken je dan die nieuwe prijs?
A
nieuw = oud + 0,075 x oud
B
nieuw = oud + 0,075 x oud
C
nieuw = oud - 0,075 x oud
D
nieuw = nieuw - 0,75 x oud
Slide 5 - Quiz
Een auto is in prijs verhoogd van 18000 euro naar 18600 euro. Wat is de absolute toename?
A
600 euro
B
3,2%
C
Geen van alle
Slide 6 - Quiz
Een auto is in prijs verhoogd van 18000 euro naar 18600 euro Wat is de relatieve toename?
A
600 euro
B
3,1%
C
3,2%
D
3,3%
Slide 7 - Quiz
Een Samsung S10 kostte bij de introductie 899 euro. Nu kost dit toestel 709 euro Wat is de relatieve prijsdaling?
A
26,7%
B
26,8%
C
21,1%
D
21,2%
Slide 8 - Quiz
Maandag zit Lieke 0,6 uur aan de telefoon. Dinsdag besteed ze 40% meer tijd aan de telefoon. Hoeveel minuten is Lieke dinsdag met de telefoon bezig? Rond af op hele minuten.
A
36 minuten
B
48 minuten
C
50 minuten
D
84 minuten
Slide 9 - Quiz
De waarde van een huis is 280.000 euro wordt verlaagd met 6,2% Na een maand wordt de prijs weer verhoogd met 6,2% Wat is waarde van het huis na de verhoging?
A
278.923,68 euro
B
280.000 euro
C
297.360 euro
D
Geen van alle
Slide 10 - Quiz
In 2015 werden er in Nederland 176 nieuwe windmolens gebouwd. In 2016 waren dat er 30,1% meer. Bereken hoeveel nieuwe windmolens er in 2016 in Nederland werden gebouwd.
Slide 11 - Open question
Een elektronicawindel geeft deze week 18,5% korting op alle artikelen. Jetro koopt een e-reader die normaal €125,65 kost. Wat moet hij deze week betalen?