Zakelijke e-mail 1

Nederlands
Een zakelijke e-mail schrijven
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2,3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Nederlands
Een zakelijke e-mail schrijven

Slide 1 - Slide

Wij gaan een zakelijke e-mail schrijven
Voorbereiden op de schrijftoets. Hierbij  maken we van te voren niet bekend of je een zakelijke e-mail of zakelijke brief  of artikel moet schrijven. Je moet alle drie onderdelen voorbereiden.



Slide 2 - Slide

Lesdoel:
Aan het einde van deze les:

Kunnen wij een zakelijke e-mail schrijven

Kunnen wij de regels voor het schrijven van een zakelijke e-mail toepassen.

Slide 3 - Slide

De opmaak
  • Vul de onderwerpsregel in  (kort en bondig)

  • Aanhef
  • Inleidende zin
  • Alinea 1 (!)                            Dagelijkse taal
  • Alinea 2 (!)                   
  • Afsluitende zin
  • Slotformule                         Schoolse taal
  • Naam

Slide 4 - Slide

De inleidende zin
  • Stel jezelf voor. 'Mijn naam is Lara Lopez. Ik ben 14 jaar  en ik zit op het Zuiderzee College'. 

  • Vertel waarom je de e-mail schrijft: 'Ik schrijf deze mail, omdat...'
  • Begin nooit met het woord: ik

Slide 5 - Slide

Het middenstuk
  • Het middenstuk bestaat altijd uit minstens twee alinea's
  • In deze alinea's beschrijf je punten uit de opdracht.
  • Beschrijf de punten kort en bondig.
  • Maak alleen gebruik van woorden die je goed kent, dit voorkomt spelfouten! 
  • Maak de zinnen niet te lang.

Slide 6 - Slide

Afsluiting
- In de afsluiting rond je de e-mail netjes af. 

- Benoem wat je verwacht van de geadresseerde.

- Bij een klacht of verzoek bedank je de geadresseerde alvast voor de moeite.

Slide 7 - Slide

Slotformule en je naam
Gebruik de slotformule:
  • Met vriendelijke groet,

Onder 'Met vriendelijke groet' sluit je af met je voor- en achternaam.

Slide 8 - Slide

Een zakelijke email is vooral
A
formeel
B
informeel

Slide 9 - Quiz

Een zakelijke mail stuur je
A
naar je (beste) vrienden
B
naar bedrijven of instellingen
C
naar je familie
D
naar de buren

Slide 10 - Quiz

Kies de juiste aanhef...
A
Hallo heer, mevrouw,
B
Geachte heer, mevrouw,
C
Geachte heer en mevrouw,

Slide 11 - Quiz

Wat zet je in de onderwerpregel van je e-mail?

Slide 12 - Open question

Wat schrijf je in de inleiding bij het schrijven van een zakelijke e-mail?

Slide 13 - Open question

Welk woord gebruik je NOOIT aan het begin van de eerste zin?
A
Ik
B
Gisteren
C
Mijn
D
Zoals

Slide 14 - Quiz

Uit hoeveel alinea's bestaat het middenstuk in ieder geval?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 15 - Quiz

Bedenk een goede slotzin voor de afsluiting van een zakelijk e-mail.

Slide 16 - Open question

Leg uit waarom dit
geen zakelijke e-mail is.
Noteer 3 argumenten
Hey hallo,
Ik ben Maarten. Ik zou graag gratis info over het Achterhuis willen hebben. Ken jij mij die sturen? Ik wil natuurlijk een goed cijfer halen voor geschiedenis.
Het dagboek van Anne Frank heb ik al voor het vak Nederlands gelezen. Dat is wel ff een indrukwekkend boek zeg! Volgende week houdt ik mijn spreekbeurt dus of je een beetje op wil schieten met de info. Bye.

Slide 17 - Open question

Conventies zakelijke e-mail
  • Aan:
  • Onderwerp::        Het onderwerp van de mail
  • Aanhef                  (Geachte heer, mevrouw,)
  • Inleiding               (Mijn naam is.............  + reden van schrijven)
  • Kern                        (Behandel de punten)                          Denk aan de alinea's! 
  • Slot                          (Benoem je verwachtingen en bedank bij een klacht of verzoek) 
  • Slotformule         (Met vriendelijke groet, )
  • Jouw  voor- en achternaam    
timer
15:00

Slide 18 - Slide

Morgen schrijven we een e-mail.
Gaan we oefenen!

Slide 19 - Slide

Even terug naar het lesdoel
Aan het einde van de les..
  • Weet ik hoe ik een zakelijke e-mail moet schrijven
  • Kan ik de regels voor het schrijven van een zakelijke e-mail toepassen.

Vul nu de laatste kolom in:
Bewaard: Wat heb ik geleerd?

Slide 20 - Slide

Wat vind ik nog lastig

Slide 21 - Mind map