24-1-25 (2TN2)

Welcome 


  • Ga alvast zitten
  • Leg je boek, schrift en pen op tafel

1 / 19
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome 


  • Ga alvast zitten
  • Leg je boek, schrift en pen op tafel

Slide 1 - Slide

Planning
  • Grammar
  • Exercises
  • Blooket

Slide 2 - Slide

Lesson goal
Aan het einde van de les weet ik wat de Present Perfect is en kan ik zinnen en werkwoorden in deze tijd zetten.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Present Perfect

Wat is de present perfect?
A
toekomstige tijd
B
verleden tijd
C
onvoltooid tegenwoordige tijd
D
voltooid tegenwoordige tijd

Slide 5 - Quiz

PRESENT PERFECT:
Welk werkwoord is ALTIJD aanwezig in de present perfect?
A
do of does
B
am of are
C
have of has
D
was of were

Slide 6 - Quiz

Present perfect:

Hoe maak je de present perfect?
A
hele werkwoord + -ed. (worked)
B
shit rule= hele ww+ -s
C
am/are/is + hele werkwoord + -ing
D
have/has + voltooid deelwoord (helped, found)

Slide 7 - Quiz

Maak de present perfect:

We ________ the present perfect. (to learn)

Slide 8 - Open question

Maak present perfect:

I ____ my homework. (to finish)

Slide 9 - Open question

Maak de present perfect:

They _____ dinner already. (to eat)

Slide 10 - Open question

Maak de present perfect:

We _____ that movie before. (to see)

Slide 11 - Open question

Maak de present perfect:

She ____ to France twice. (to be)

Slide 12 - Open question

Maak de present perfect:

They ____ already _____ their project. (to finish)

Slide 13 - Open question

Maak de present perfect:

She ____ never ____ a car. (to drive)

Slide 14 - Open question

Maak de present perfect:

He ____ never ____ the news. (to watch)

Slide 15 - Open question

Exercises
timer
25:00
Done?
Finish: pages 136, 137, 138 and 139
Or do: pages 152, 153, 154 and 155
What:   
Present Perfect --> exercise 
Page 134 exercises 14 and 15
Page 135 exercises 16 and 17
Page 141 exercise 25
Page 142 exercise 27
How: Alone
Help: Workbook, classmate and teacher (in this order).
Explanation on the Present Perfect on page 161

Slide 16 - Slide

Lesson goal
Hebben we het lesdoel behaald?

Aan het einde van de les weet ik wat de Present Perfect is en kan ik zinnen en werkwoorden in deze tijd zetten.

Slide 17 - Slide

Hoe ging de les?
Hoe vond jij dat de les ging?

Duim omhoog = goed
Duim halverwege = matig
Duim naar beneden = minder goed/kan beter

Slide 18 - Slide

See you next lesson!

Slide 19 - Slide