quiz CMO

Waarom waren Nederlanders in 1945 zowel blij als bedroefd?
A
De oorlog was afgelopen, nu moesten ze weer aan het werk
B
De oorlog was afgelopen, er waren veel slachtoffers
C
De oorlog begon, maar de economie ging goed
D
De oorlog begon, maar mansen hadden een auto
1 / 25
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Waarom waren Nederlanders in 1945 zowel blij als bedroefd?
A
De oorlog was afgelopen, nu moesten ze weer aan het werk
B
De oorlog was afgelopen, er waren veel slachtoffers
C
De oorlog begon, maar de economie ging goed
D
De oorlog begon, maar mansen hadden een auto

Slide 1 - Quiz

Welke bewering over de jaren '50 is fout?
A
De gezinnen waren gemiddeld groter dan nu
B
Vaders zorgden meestal voor inkomen, moeders voor het gezin
C
Ouders namen belangrijke beslissingen samen
D
Carrière maken was voor de meeste vrouwen niet mogelijk

Slide 2 - Quiz

Wat is een binnenlandse maatregel voor economisch herstel van Nederland?
A
Gastarbeiders
B
Geleide loonpolitiek
C
Wederopbouw
D
Marshallhulp

Slide 3 - Quiz

Wat is een buitenlandse maatregel voor economisch herstel van Nederland?
A
Gastarbeiders
B
geleide loonpolitiek
C
Wederopbouw
D
Marshallhulp

Slide 4 - Quiz

Wat is sociale controle?
A
De overheid let op het gedrag van burgers
B
De controle op uitkeringsfraude door sociale diensten
C
De bewoners van een stad of dorp letten op elkaars gedrag
D
Gedragsregels op het gebied van seksualiteit

Slide 5 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van een taboe in de jaren '50?
A
Op zondag naar de kerk
B
Twee zoenende mannen
C
Een vrouw die werkt als timmerman
D
Een alleenstaande moeder

Slide 6 - Quiz

Wat hoort niet bij het begrip consumptiemaatschappij?
A
Secundaire levensbehoefte
B
Reclame
C
Luxe producten
D
Primaire levensbehoefte

Slide 7 - Quiz

Wat is geen gevolg van de toegenomen welvaart in Nederland in de jaren '50 en '60?
A
De komst van gastarbeiders
B
mensen gingen minder vaak naar de kerk
C
Nederlanders veramerikaniseren
D
Dorpsbewoners houden elkaar in de gaten

Slide 8 - Quiz

Welk van onderstaande zinnen geeft geen oorzaak voor de ontkerkelijking?
A
Sociale controle
B
Verstedelijking
C
Sociale voorzieningen
D
geografische mobiliteit

Slide 9 - Quiz

Uit welke landen kwamen de eerste gastarbeiders?
A
Turkije, Marokko, Rusland
B
Spanje, Frankrijk, Marokko
C
Marokko, Turkije, Spanje
D
Italië, Turkije, Frankrijk

Slide 10 - Quiz

Wat betekent provoceren?
A
Actie voeren
B
Uitdagen
C
Politiek bedrijven
D
Demonstreren

Slide 11 - Quiz

Nozems tref je vooral aan onder
A
gelovige jongeren
B
studerende jongeren
C
werkende jongeren
D
allochtone jongeren

Slide 12 - Quiz

Waarom keurden veel ouders rock 'n roll muziek af?
A
vanwege de gierende gitaren
B
vanwege het lange haar van de muzikanten
C
vanwege de uitdagende dansstijl
D
vanwege de politieke teksten

Slide 13 - Quiz

Wat is geen erfenis van de jaren '60?
A
Jongeren kunnen zelf bepalen welk beroep ze gaan uitoefenen?
B
Jongeren kunnen zelf bepalen of en met wie ze gaan trouwen.
C
Jongeren kunnen zelf bepalen hoe lang ze naar school gaan.
D
Jongeren kunnen zelf bepalen wat ze in hun vrije tijd doen.

Slide 14 - Quiz

Wat is een moetje?
A
Gedwongen worden om naar de kerk te gaan
B
Gedwongen worden om te protesteren
C
Gedwongen worden om de pil te gebruiken
D
Gedwongen worden om te trouwen vanwege zwangerschap

Slide 15 - Quiz

Wat betekent de afkorting MVM?
A
Mannen Vrouwen Mensen
B
Maatschappij voor Meiden
C
Mens Vrouw Maatschappij
D
Man Vrouw Maatschappij

Slide 16 - Quiz

Welk verschijnsel zegt iets over de indeling van groepen mensen in Nederland?
A
Marshallhulp
B
Industriële Revolutie
C
Ontkerkelijking
D
Verzuiling

Slide 17 - Quiz

Welk begrip past bij de afbeelding?
A
Welvaart
B
Consumptiemaatschappij
C
Massamedia
D
Amerikanisering

Slide 18 - Quiz

Wat wilden jongeren in de jaren '60 bereiken?
A
Betere kansen op de arbeidsmarkt
B
Meer zakgeld
C
Inspraak in besturen
D
Grotere gezinnen

Slide 19 - Quiz

Wat betekent het juiste antwoord van de vorige vraag (inspraak in het bestuur?)
A
democratisering
B
analfabetisering
C
Vrijheid van meningsuiting
D
Vrijheid van godsdienst

Slide 20 - Quiz

Wat is een ludieke actie?
A
Een grappige maar smerige actie
B
Een grappige, geweldloze actie
C
Een geweldloze maar saaie actie
D
Een saaie maar soms grappige actie

Slide 21 - Quiz

Van wie is de naam Dolle Mina afgeleid?
A
Dolle mies
B
Wilhelmina van Oranje
C
Wilhelmina Drucker
D
Wilhelmina Jacobs

Slide 22 - Quiz

Waar ging de Eerste Feministische Golf over?
A
Over medicijngebruik
B
Over vrouwenkiesrecht
C
Over de rol van vrouwen in het gezin
D
Over opleiding, werk en gezin

Slide 23 - Quiz

Waar ging de Tweede Feministische Golf over?
A
Kiesrecht
B
Democratisering
C
De emancipatie van de vrouw
D
Sociale controle

Slide 24 - Quiz

Voor welk cijfer ga je?
A
9
B
7
C
5
D
3

Slide 25 - Quiz