erfelijkheid

toets erfelijkheid en evolutie
totaal aantal punten: 30
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

toets erfelijkheid en evolutie
totaal aantal punten: 30

Slide 1 - Slide

Start Onderdeel Erfelijheid
1: Lees de stellingen en geef aan:
 juist of onjuist?
(0,5 pt per stelling)

Slide 2 - Slide

1a: Met het genotype gg heb je 2 recessieve allelen
A
juist
B
onjuist

Slide 3 - Quiz

1b: Met het genotype AA ben je heterozygoot
A
juist
B
onjuist

Slide 4 - Quiz

1c: als je het genotype BB hebt, krijg je het dominante fenotype
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

1d: Als een dier een recessief fenotype heeft, weet je wat zijn genotype is
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

2
2: Marlies is drager van een geslachtsgebonden overervende aandoening (X-chromosomaal). Hoe noteer je haar genotype? 

Slide 7 - Slide

2: Marlies is drager van een geslachtsgebonden overervende aandoening (X-chromosomaal). Hoe noteer je haar genotype?
A
Rr
B
Xᴿ-
C
Xᴿ X ֝
D
Xᴿ Xᴿ

Slide 8 - Quiz

Lees onderstaande tekst over de ziekte Cystische Fibrose (CF)
De broer van Marlous had CF. Door het taaie slijm had hij vaak last van ademhalingsproblemen en infecties. Hij was vaak ziek en werd steeds zieker. De helft van CF patiënten overlijdt voordat ze 25 jaar zijn. De broer van Marlous is overleden toen hij 27 was. Marloes heeft een relatie met Stefan. Ze hebben veel gepraat over het opvoeden en verzorgen van een ziek kind. 'We realiseren ons dat een gehandicapt kind ook gelukkig kan leven. Maar de gedachte dat een kind zo vaak zo ziek is en vroeg overlijdt.. nee, dat kunnen we niet aan. Mocht blijken dat we drager zijn van CF, dan kiezen we er liever voor om geen kinderen te krijgen.'

Slide 9 - Slide

3a: Is CF een dominante of recessieve ziekte? Of kun je hier geen uitspraak over doen? Leg je antwoord uit. (2 pt)

Slide 10 - Open question

3b: De artsen in het ziekenhuis zeggen dat Stefan zich ook moet laten testen. Waarom? Leg je antwoord uit.(1pt)

Slide 11 - Open question

3c: Wat is het meest waarschijnlijke genotype van de ouders van Marloes? Leg je antwoord uit. (2pt)

Slide 12 - Open question

Lees de tekst en geef aan per stelling: juist of onjuist

Kleurenblindheid: Nina solliciteert voor een functie als piloot bij de KLM. Voor de keuring moet ze haar ogen laten testen, bijv om te zien of ze kleurenblind is. De keuringsarts legt haar uit dat het allel voor een bepaalde vorm van kleurenblindheid bij de mens X-chromosomaal en recessief is. Hij legt haar, voordat hij haar test, de volgende beweringen voor. (zie volgende sheets: 1 pt per goed antwoord)

Slide 13 - Slide

4a: Als een vrouw kleurenblind is, is haar vader kleurenblind. Haar moeder is, of kleurenblind, of draagster
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

4b: De kans dat een dochter uit een huwelijk tussen een heterozygote vrouw en een kleurenblinde man kleurenblind is, is 50%
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

4c: Jongens kunnen kleurenblindheid alleen van hun moeder erven
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

5: Lees onderstaande tekst en beantwoord de vraag (2 pt)

De Manx is een staartloze kat. De eigenschap 'staartloos' is het gevolg van een dominant allel. Voor fokkers van dit ras doet zich het volgende probleem voor: homozygote staartloze jongen zijn niet levensvatbaar. Ze sterven al voor de geboorte. 
Een staartloze kater genaamd Kees bevrucht een staartloze poes genaamd Truus.

Slide 17 - Slide

Hoeveel procent van de nakomelingen van Truus en Kees worden dood geboren? Leg je antwoord uit

Slide 18 - Open question

Start Onderdeel Evolutie

Slide 19 - Slide

6: Welke organismen produceerden als eerste zuurstof? (1 pt)
A
Algen
B
Cyanobacteriën
C
Mossen
D
Varens

Slide 20 - Quiz

 7: In de afbeelding zie je een verwantschapsschema van groepen gewervelden.

Slide 21 - Slide

7a : Met welke diergroep delen vogels de meeste kenmerken? (1 pt)

Slide 22 - Open question

7b: Welk kenmerk onderscheidt de vogels van deze diergroep? (1 pt)

Slide 23 - Open question

8: Lees onderstaande tekst en beantwoord de vraag 
(2 pt)
Enkele tijdperken in de geschiedenis van de aarde van oud naar jong zijn:
I : Cambrium (590-480 mlj jaar geleden)
II : Carboon (350-280 mlj jaar geleden)
III : Krijt (135-65 mlj jaar geleden)
IV : Kwartair (2,2 mlj jaar geleden - nu)

Slide 24 - Slide

Geef aan welke soorten er in welke periode leefden. Zet de goede letter achter het goede cijfer van de tijdperken
A: mens en zoogdieren C : Reuzenbomen en - insecten
C : Ongewervelde waterdieren D : Dinosauriërs

Slide 25 - Open question

9: Lees onderstaande tekst en beantwoord de vraag
(3 pt)
Tussen de armen van mensen en chimpansees zijn veel overeenkomsten, maar ook kleine verschillen. De armen van chimpansees zijn veel langer en zo beter aangepast aan het leven in bomen. Onze armen hebben de functie voor het klimmen grotendeels verloren, maar ze zijn wel geschikt om gereedschap te gebruiken. Geef bij de volgende stellingen aan of ze juist of onjuist zijn

Slide 26 - Slide

9a: De armen van chimpansees en mensen zijn homologe organen
A
juist
B
onjuist

Slide 27 - Quiz

9b: De armen van mensen zijn rudimentaire organen
A
juist
B
onjuist

Slide 28 - Quiz

9c: De overeenkomsten tussen de soorten zijn een evolutionair bewijs dat mensen uit chimpansees zijn ontstaan
A
juist
B
onjuist

Slide 29 - Quiz

10: Lees de tekst en beantwoord de vraag (2 pt)
De Mexicaanse tetra (Astyanax mexicanus) heeft in korte tijd sterke evolutie ondergaan. In donkere grotten, onderdeel van een ondergronds rivierenstelsel, wordt een variant aangetroffen die zijn ogen heeft verloren. 
De oogloze grottentetra is ontstaan uit een aantal tetra's  met ogen die bij een overstroming in het grottenstelsel terecht zijn gekomen.

Slide 30 - Slide

Kennelijk is het hebben van ogen in grotten een nadeel. Geef een verklaring waarom dit zo is. (2 pt)

Slide 31 - Open question

11: Beschrijf stap voor stap hoe door evolutie, uit een groepje tetra's met ogen, een soort zonder ogen kon ontstaan (3 pt)

Slide 32 - Open question

12: Lees onderstaande tekst en beantwoord de vragen.
Diabetes patienten moeten vaak insuline spuiten. Om voldoende insuline van goede kwaliteit te produceren, worden bacterien gebruikt. Hieronder volgen 4 stappen uit dit proces:
I : De genetisch gemodificeerde bacterie maakt insuline
II : Enzymen knippen het gen voor insuline uit het DNA van een cel van een gezond mens
III : De bacterie neemt het plasmide op
 IV : Het insuline-gen wordt met enzymen in een plasmide geplakt

Slide 33 - Slide

12a: Hoe laat je een bacterie menselijk insuline produceren? Zet de zinnen uit vorige sheet in de goede volgorde (2 pt)

Slide 34 - Open question

12b : Hoe noem je een organisme dat een gen van een andere soort heeft gekregen? (1 pt)

Slide 35 - Open question