workshop

Afstemmen van verpleegkundige zorg
Salma, Vera en Romy 
W1VPC
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Afstemmen van verpleegkundige zorg
Salma, Vera en Romy 
W1VPC

Slide 1 - Slide

Uitleg casus
CVA linker hersenhelft
Uitvalverschijnselen rechterhelft
Vergrootte kans decubitus
Slikproblemen
Wat maakt onze casus hoog complex?

                  CVA linker hersenhelft
          Uitvalverschijnselen rechterhelft
                 Vergrootte kans decubitus
                            Slikproblemen
      Wat maakt onze casus hoog complex?
Casus De Jong

Slide 2 - Slide

Welke disciplines zijn
er betrokken bij
een revalidatie

Slide 3 - Mind map

Welke disciplines komen kijken bij dhr. zijn zorg?

Slide 4 - Slide

Revalidatie proces

Slide 5 - Slide

Fase 1
Fase 2
Fase 3
Revalidatie fase
Acute fase
Chronische fase

Slide 6 - Drag question

Jullie mogen nu de 3 fases gaan opzoeken en kijken wat het betekent

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat zijn drie acute verschijnselen van een CVA?
A
Krachtsverlies aan één kant van het lichaam, hoofdpijn, diarree.
B
Krachtsverlies aan één kant van het lichaam, moeite met spreken, een scheve mond.
C
Slapeloosheid, hoofdpijn, diarree.
D
Geheugenverlies, slapeloosheid, diarree.

Slide 11 - Quiz

Wat is een risicofactor voor een CVA?
A
Diabetes
B
Hoge bloeddruk
C
Beide bovenstaande
D
Geen van bovenstaande

Slide 12 - Quiz

Welke soorten behandeling CVA?

Slide 13 - Mind map

CVA behandeling
Trombolyse
Trombectomie
Bloeding

Slide 14 - Slide

Wat zijn symptomen van slikproblemen

Slide 15 - Mind map

Hoe ga je om met slikproblemen?
Slikproblemen
Welke soorten?
Waardoor ontstaan?
Symptomen
Behandeling
Waarop letten tijdens verzorging

Slide 16 - Slide

wat is de taak van een logopedist?
A
behandeld voeten
B
geeft adviezen over eten
C
Helpt met spreken
D
onderzoekt het slikprobleem en geeft adviezen

Slide 17 - Quiz

wat is een ander woord voor verslikken?
A
transpiratie
B
aspiratie
C
inspiratie
D
dipsie

Slide 18 - Quiz

Tekst
Tuitbeker
Handycup
Gripbeker
Munchkin
Handsteady
Heidibeker

Slide 19 - Drag question

op welke manieren kun je kunstmatige voeding toe brengen?
A
pureren
B
met een staafje
C
sonde , infuus
D
via een klysma

Slide 20 - Quiz

Afasie

Slide 21 - Slide

Om de hoeveel uur moet je iemand wisselligging geven

Slide 22 - Mind map

Hoe voorkom je decubitus? 
Veranderen van houding
Voorkom wrijving
Goede hygiëne
Let op bij incontinentie
Goede onderlaag
Zorg voor goede voeding

Slide 23 - Slide

Wat zijn bij bedlegerige cliënten de 2 plaatsen waar decubitus het meest voorkomt?
A
stuit en hielen
B
stuit en schouders
C
schouders en hielen
D
oorlel en hielen

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Ligorthese

Slide 26 - Slide

Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
Niet-wegdrukbare roodheid bij intacte huid
Excoriatie of blaar
Verlies volledige huidlaag, maar bot, pezen en spieren liggen niet bloot.
Verlies volledige weefsellaag; bot, pees of spier zichtbaar.

Slide 27 - Drag question

wat zijn de kenmerken
van een rode wond
A
wondoppervlak is rood, en schoon en heeft een vuile wondbodem
B
wondoppervlak is rood, en schoon en heeft een granulerende bodem
C
wondoppervlak is rood, en vuil en heeft een granulerende bodem
D
wondoppervlak is rood, en schoon en heeft rafelende wondranden

Slide 28 - Quiz

wat zijn de kenmerken
van een gele wond
A
het wondoppervlak is bedekt met geel beslag (infectie)
B
het wondoppervlak is bedekt met gelige pudding (infectie)​
C
het wondoppervlak is bedekt met gele korst (infectie)​
D
het wondoppervlak is bedekt met bruin beslag (infectie)

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Video

Wat zijn de kenmerken van een zwarte wond
A
Het wondoppervlak heeft veel doodweefsel
B
Het wondoppervlak heeft weefsel wat nog dicht kan gaan
C
Het wondoppervlak heeft een rood weefsel
D
Het wondoppervlak kan geel, bruin, grijs of zwart zijn

Slide 31 - Quiz

Waar let je op tijdens het mobiliseren van de zorgvrager

Slide 32 - Mind map

Hoe mobiliseer je iemand met een halfzijdige verlamming?
Zo snel mogelijk mobiliseren 
Wat kan zelf laten doen 
goede samenwerking 
verschillende oefeningen

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Video

Het behandelplan voor een zorgvrager in de revalidatie is voor elke zorgvrager hetzelfde.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quiz

Wat is het verschil tussen actieve en passieve revalidatie?

Slide 36 - Open question

Waarom is het in beweging blijven goed voor de zorgvrager?
A
Voor het voorkomen van bloedpropjes
B
Het voorkomen van contracturen
C
De zorgvrager verliest zelfstandigheid
D
Om de conditie van de zorgvrager te verbeteren

Slide 37 - Quiz

Tips

Slide 39 - Mind map

Tops

Slide 40 - Mind map

Skills
Ligorthese uitbeelden

Slide 41 - Slide