3.4 Gezondheidszorg in Nederland

3.4 Gezondheidszorg in Nederland

A - Gevaarlijke ziekten (blz. 116) 
B - De overheid grijpt in (blz. 118)
opdrachten 1 t/m 8
1 / 37
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 37 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.4 Gezondheidszorg in Nederland

A - Gevaarlijke ziekten (blz. 116) 
B - De overheid grijpt in (blz. 118)
opdrachten 1 t/m 8

Slide 1 - Slide

Opdracht 1a
Hieronder staan drie feiten over de Nederlandse samenleving in de 19e eeuw.
Beschrijf bij elk feit wat het gevolg was voor de
gezondheid van mensen.
Er waren geen regels voor fabrieken: 
  • fabrieken vervuilden de lucht en het water.
Er waren geen voedselcontroles: 
  • mensen aten ongezond of ziekmakend voedsel.

Slide 2 - Slide

Opdracht 1a
Er waren geen riolen: 
  • mensen leefden onhygiënisch.
  • Ze dronken vuil drinkwater.

Slide 3 - Slide

Opdracht 1b
Noem nog twee andere redenen waarom industrialisatie slecht was voor de volksgezondheid.
Bijvoorbeeld: 
  1. In industriesteden hadden mensen geen stromend water.
  2. In industriesteden woonden mensen dicht op elkaar.
  3. In industriesteden was veel vervuiling.

Slide 4 - Slide

Opdracht 2a
Leg uit hoe de vervuiling van water leidde tot
cholera-epidemieën.
  • Mensen raakten besmet als zij vies water uit putten of uit de gracht dronken. 
  • Drinkwater raakte vervuild met de cholera-bacterie (ernstige diaree en uitdroging), doordat mensen uitwerpselen in de gracht gooiden of omdat beerputten overstroomden.

Slide 5 - Slide

Opdracht 2b
Waardoor maakten epidemieën in de 19e eeuw zoveel slachtoffers? Maak de zinnen af. Gebruik zelf signaalwoorden.
Mensen aten ongezond en weinig gevarieerd 
  • en daardoor hadden ze weinig weerstand tegen ziekten.
Personeel in ziekenhuizen was niet goed opgeleid
  • en daardoor kregen zieke mensen geen goede zorg.

Slide 6 - Slide

Opdracht 3a
Cholera was een epidemie. Wat betekent dat?
  • Een epidemie betekent dat veel mensen tegelijk ziek werden en, in dit geval, cholera kregen.

Slide 7 - Slide

Opdracht 3b
Welke conclusie kun je trekken over gezondheidszorg in de 19e eeuw, op basis van de bron?
A Als mensen pruimen aten, kregen ze sneller cholera.
B Cholera maakte in 1832 heel veel slachtoffers onder de rijke burgerij.
C Ook dokters wisten niet altijd hoe je ziekten kon genezen.
D Sommige dokters kwamen ook bij arme mensen thuis.
  • C Ook dokters wisten niet altijd hoe je ziekten kon genezen.

Slide 8 - Slide

Opdracht 3c
Vergelijk bron 1 en bron 2. Welke maatregel zou
beter werken om cholera te voorkomen?
  • Cholera is een bacterie die vooral voorkomt in vuil water. De adviezen in bron 2 helpen dus niet. Het op tijd leegscheppen van een beerput voorkomt dat deze overstroomt en zal beter werken.

Slide 9 - Slide

Opdracht 4a
Noem twee voorbeelden van nieuwe kennis die mensen in de 19e eeuw kregen.
Bijvoorbeeld: 
  1. Je wordt ziek door bacteriën.
  2. Het gebruik van zeep kan ziektes voorkomen
  3. Hygiëne doodt bacteriën.

Slide 10 - Slide

Opdracht 4b
Door deze nieuwe kennis ging de regering preventieve maatregelen nemen. Leg dat uit.
  • De regering begreep nu waar ziekten vandaan kwamen en kon maatregelen nemen omdat ze wisten wat ze eraan kon doen.

Slide 11 - Slide

Opdracht 4c
Gebruik de tekst onder het kopje ‘Opleidingen’. Wat wordt in deze alinea beschreven?
A Een gevolg van de preventieve maatregelen die de regering nam.
B Een nadeel van de preventieve maatregelen die de regering nam.
C Een uitleg bij de derde preventieve maatregel die de regering nam.
D Een verklaring voor de preventieve maatregelen die de regering nam.
  • C Een uitleg bij de derde preventieve maatregel die de regering nam.

Slide 12 - Slide

Opdracht 5a
Maak de juiste combinaties van preventieve maatregelen en gevolgen.

Slide 13 - Slide

Opdracht 5a
Maak de juiste combinaties van preventieve maatregelen en gevolgen.

Slide 14 - Slide

Opdracht 5b
Een andere maatregel was het instellen van een opleiding tot verpleegkundige. Waarom zou de regering dit belangrijk vinden?
  1. De regering weet dan zeker dat iedereen dezelfde kennis heeft.
  2. De regering kan beter controleren wat de opleiding precies inhoudt.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Opdracht 6a
Na de invoering van de Woningwet in 1901 werden duizenden krotwoningen gesloopt. Pas vanaf de jaren 1920 begon de overheid ook met het bouwen van vervangende arbeidershuizen.
Wat was een voordeel van deze sloop?
  • Slechte woningen verdwenen en daardoor ook de slechte woonomstandigheden.

Slide 17 - Slide

Opdracht 6b
Wat was een nadeel van deze sloop?
  • Er bleven te weinig, betaalbare, woningen over voor de arbeiders.

Slide 18 - Slide

Opdracht 6c
In het begin leek de Woningwet vooral rijke burgers te helpen. Waarom zouden rijke burgers blij zijn met de sloop van krotwoningen?
  1. De rijke burgers hadden last van de stank.
  2. Ze konden dan minder snel besmet worden door epidemieën die daar ontstonden.

Slide 19 - Slide

Opdracht 6d
Leg uit dat de aanpak van de Woningwet past bij de ideeën van de liberalen.
  • De liberalen luisterden vooral naar de rijke burgers. Dat past bij het slopen van krotwoningen (wat de rijke burgers graag wilden), zonder meteen nieuwe woningen voor de armen te bouwen.

Slide 20 - Slide

Opdracht 7a
Leg uit dat dit een voorbeeld is van een preventieve maatregel.
  • Een preventieve maatregel moet iets voorkomen. Op dit pamflet staat hoe je kunt voorkomen dat je ziek wordt of cholera krijgt.

Slide 21 - Slide

Opdracht 7b
Leg uit dat dit pamflet zowel goede als slechte adviezen geeft.
  • Het eten van bepaald voedsel (pruimen, komkommers enzovoort) leidt niet tot cholera. Dit advies is dus slecht.
  • Het drinken van vuil water leidt wel tot cholera. Het advies om te zorgen voor goed drinkwater (duinwater), is dus goed.

Slide 22 - Slide

Opdracht 8
In 2020 kreeg Nederland te maken met een uitbraak van COVID-19, een ziekte die werd veroorzaakt door het coronavirus.
Welke preventieve maatregelen nam de regering toen? Geef twee voorbeelden. Bijvoorbeeld: 
  1. Het sluiten van horeca, winkels, scholen enzovoort.
  2. Mensen in quarantaine plaatsen.

Slide 23 - Slide

C Nieuwe uitvindingen en nieuwe zorg
Leerdoel • Je kunt beschrijven hoe de gezondheidszorg sinds 1945 is veranderd.
Na 1945 veranderde de gezondheidszorg in hoog tempo door de uitvinding van allerlei apparaten, betere opleidingen en een sterke toename van kennis over ziekten. 
Begin 21e eeuw nam de regering maatregelen om de alsmaar stijgende kosten van de gezondheidszorg onder controle te krijgen. De regering probeerde
bijvoorbeeld afspraken te maken over de prijzen van medicijnen, zodat die niet te hoog werden. Ook steeg het eigen risico: dat is het bedrag dat mensen altijd zelf moeten betalen voor zorg. Alleen de kosten die hoger liggen dan je eigen risico, worden vergoed.

Slide 24 - Slide

Huiswerk
3.4 | Gezondheidszorg in Nederland en nieuwe zorg
Lees: C | Nieuwe uitvindingen en nieuwe zorg
maak: opdracht 9 t/m 12

H3.5 | Oorzaken en gevolgen

Opdrachten 1 t/m 6

Slide 25 - Slide

Opdracht 9a
Zijn de onderstaande vernieuwingen een voorbeeld van een uitvinding of van specialisatie?

Slide 26 - Slide

Opdracht 9b
Hoe zorgt specialisatie voor een betere gezondheidszorg?
  • Mensen met een speciale opleiding en dus extra veel kennis over hun vakgebied werken op een afdeling. Zij kunnen beter en gerichter zorg verlenen.
 

Slide 27 - Slide

Opdracht 9b
Noem drie oorzaken van de verbeterde gezondheid in de 21e eeuw.
  1. Verbetering van de zorg.
  2. Succesvolle preventieve maatregelen.
  3. Hogere welvaart, waardoor mensen gezonder leven en eten.
 

Slide 28 - Slide

Opdracht 10a
Noem drie oorzaken van de verbeterde gezondheid in de 21e eeuw.
  1. Verbetering van de zorg.
  2. Succesvolle preventieve maatregelen.
  3. Hogere welvaart, waardoor mensen gezonder leven en eten.

Slide 29 - Slide

Opdracht 10b
Zijn de volgende ontwikkelingen een oorzaak of een gevolg van vergrijzing?

Slide 30 - Slide

Opdracht 11a
Geef twee argumenten waarom deze foto past bij de modernere gezondheidszorg rond 1970.
  1. Er is nu een intensive care.
  2. Er worden moderne apparaten gebruikt.

Slide 31 - Slide

Opdracht 11b
Zoek een foto van een intensive care uit de 21e eeuw en vergelijk die met bron 5. Noem een verschil of een overeenkomst tussen beide foto’s.
Je eigen antwoord, bijvoorbeeld: 
  • Er staan nog veel meer machines. Dat is een verschil. 
  • Er liggen nog steeds meerdere mensen bij elkaar op een afdeling. Dat is een overeenkomst.

Slide 32 - Slide

Opdracht 12a
Deze bron beschrijft een verandering. Welke verandering is dat?
  • Vanaf de jaren 1950 mochten mensen die ouder dan 65 jaar zijn, naar het bejaardentehuis. Nu wil de regering dat ouderen zo lang mogelijk thuis blijven wonen.

Slide 33 - Slide

Opdracht 12b
Wat is de oorzaak van deze verandering? Leg je antwoord uit.
  • Deze verandering wordt veroorzaakt door de vergrijzing en de stijging van de zorgkosten. Er zijn veel ouderen, dus het is duur om iedereen in een bejaardentehuis op te vangen.

Slide 34 - Slide

Opdracht 12c
Vraag aan je ouders hoe hun grootouders leefden. Woonden ze bij familie, in een verzorgingstehuis of zelfstandig? Vergelijk dit
met hoe je eigen grootouders leven. Wat zijn de verschillen en overeenkomsten?
Je eigen antwoord, bijvoorbeeld:
  • Overgrootouders gingen bij hun kinderen of in een bejaardenhuis wonen toen ze ouder werden.
  • Grootouders wonen nog zelfstandig.

Slide 35 - Slide

Opdracht 12d
Hoe denk jij dat je zelf zult leven als je 80 jaar bent?
Je eigen antwoord, bijvoorbeeld: 
  • Misschien in een verzorgingstehuis met robots.
  • Hopelijk nog zelfstandig (thuis).
  • Misschien bij familie (?)

Slide 36 - Slide

Huiswerk
H3.5 | Oorzaken en gevolgen

Opdrachten 1 t/m 6

H3.7 | Examenopdrachten
maken opdrachten 1 t/m 16

27 januari 2025 - PW Hfd 3

Slide 37 - Slide