2 KGT Period 2 WIRED

2 KGT Period 2 
GRAMMAR
1 / 40
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

2 KGT Period 2 
GRAMMAR

Slide 1 - Slide

IF / WHEN
Betekenis
wanneer gebruik je welke?

Slide 2 - Slide

betekenis

IF = als
WHEN = toen / wanneer / als

Slide 3 - Slide

Wanneer IF, wanneer WHEN?
IF
als je niet zeker weet of het gaat gebeuren

WHEN
wanneer je zeker weet dat het gaat gebeuren

Slide 4 - Slide

Voorbeeld
Vraag:
Is het zeker dat Peter terug komt naar school in de volgende zinnen?:
1. When Peter comes back to school, can you give him this letter?
2. If Peter comes back to school can you give him this letter?

Slide 5 - Slide


1. When Peter comes back to school, can you give him this letter?

2. If Peter comes back to school can you give him this letter?
A
1. het is niet zeker
B
1. het is zeker
C
2. het is niet zeker
D
2. het is zeker

Slide 6 - Quiz

DUS:
1. When Peter comes back to school, can you give him this letter?  
--> je weet zeker dat hij terug komt.

2. If Peter comes back to school can you give him this letter?
--> je weet niet zeker of hij nog terug komt.

Slide 7 - Slide

PAST SIMPLE (verleden tijd)
  • Wanneer moet je de past simple gebruiken?
  • Wat is de regel?
  • Uitzonderingen

Slide 8 - Slide

Wanneer gebruik je de past simple?

Als je over iets vertelt/schrijft 
dat in het verleden gebeurd is.

Slide 9 - Slide

Wat is de regel?
TIP: kijk in elke zin naar het werkwoord.

  • Yesterday, I played the guitar.
  • Mary sailed to England last year.
  • We danced all night long.
  • My boyfriend picked me up yesterday.

Slide 10 - Slide

Wat is de regel van de PAST SIMPLE?
(wat doe je met het werkwoord?)

Slide 11 - Open question

Wat is de regel?

ww + (e)d

bv:
work --> worked
dance --> danced

Slide 12 - Slide

We ________ (walk) to school yesterday.

Slide 13 - Open question

My friends _______ (surprise) me on my birthday last year.

Slide 14 - Open question

I never ______ (love) her.

Slide 15 - Open question

UITZONDERINGEN
:(

Slide 16 - Slide

PAST SIMPLE - uitzonderingen

ONREGELMATIGE WERKWOORDEN


  1. Krijgen géén +(e)d
  2. Moet je uit je hoofd leren
  3. Je hebt het 2e rijtje nodig
  4. De lijst staat in TEAMS, leer 1 t/m 15

Slide 17 - Slide

feel
fight
take
say
fly
Felt
fought
took
said
flew

Slide 18 - Drag question

I ________ (work) late last night.

Slide 19 - Open question

We _______ (fly) to Madrid last year.

Slide 20 - Open question

My boyfriend _______ (take) me to Disneyland last month.

Slide 21 - Open question

PAST CONTINUOUS
  • Wanneer moet je de past continuous gebruiken?
  • Wat is de regel?

Slide 22 - Slide

Wanneer gebruik je de past continuous?



Als je over iets vertelt/schrijft

dat in het verleden bezig/aan de gang was.

Slide 23 - Slide

Wat is de regel?

Tip: kijk in elke zin naar de werkwoorden.


  • I was swimming at 8 o'clock last night.
  • We were studying in the library all day yesterday.
  • Peter was cleaning his room.

Slide 24 - Slide

Wat is de regel van de PAST CONTINUOUS?
(wat doe je met het werkwoord?)

Slide 25 - Open question

was
were
I
you
we
they
she/he/it

Slide 26 - Drag question

De regel van de past continuous



  1. was / were
  2. ww+ing

Slide 27 - Slide

I __________ (work) late last night.

Slide 28 - Open question

We _________ (swim) in the ocean last night.

Slide 29 - Open question

You ________ (watch) tv all night.

Slide 30 - Open question

PAST CONTINUOUS & PAST SIMPLE

Als ze samen in een zin staan dan:


  • geeft de PC de langer durende actie aan
  • geeft de PS de korter durende actie aan



Slide 31 - Slide

PAST CONTINUOUS & PAST SIMPLE

Als ze samen in een zin staan dan:

  • geeft de PC de langer durende actie aan
  • geeft de PS de korter durende actie aan


BIJV.

I was walking when I dropped my marker.

Peter was sleeping when Mary called him.

Slide 32 - Slide

EVEN OEFENEN!
In deze zinnen moet je de past simple OF past continuous invullen.

Type je antwoorden met één spatie ertussen.

Slide 33 - Slide

EVEN OEFENEN!
Bijvoorbeeld:
We ___________ (watching) tv when my uncle ______ (call).

Je typt dan:

Slide 34 - Slide

EVEN OEFENEN!
Bijvoorbeeld:
We ___________ (watching) tv when my uncle ______ (call).

Je typt dan:
were watching called

Slide 35 - Slide

Patrick ________ (train) in the gym, when his grandmother ______ (call) him.

Slide 36 - Open question

We _______ (walk) on the street when someone ________ (rob) us.

Slide 37 - Open question

When we _______ (arrive), Jane ________ (cook) dinner.

Slide 38 - Open question

LET OP!
Natuurlijk kunnen ook hier onregelmatige werkwoorden gevraagd worden!

Bijv.
say - said

Slide 39 - Slide

John and Tracy ________ (walk) in the park when he _______ (say) that he loved her.

Slide 40 - Open question