paragraaf 1 Inkomsten in soorten

Paragraaf 1
inkomsten in soorten
Hoofdstuk 1
Zakgeld en inkomen 

Paragraaf 1 
Inkomsten in soorten 


1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 1
inkomsten in soorten
Hoofdstuk 1
Zakgeld en inkomen 

Paragraaf 1 
Inkomsten in soorten 


Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Ik kan inkomsten indelen in verschillende soorten.

Slide 2 - Slide

Soorten inkomen

Inkomsten in geld: zakgeld



Inkomsten in natura: ontvangsten iets anders dan geld bijvoorbeeld: bioscoopbon, auto van de zaak, mobiele telefoon


Slide 3 - Slide

Voorbereiden
Inkomsten met tegenprestatie: werk, bijbaan 


Inkomsten zonder tegenprestatie: zakgeld, uitkering




Soorten inkomen

Slide 4 - Slide

Voorbereiden
Niet-vrij besteedbaar inkomen:
kleedgeld, reisgeld, premie ziektekosten.
Het is geld dat je aan bepaalde dingen verplicht moet uitgeven.

Vrij besteedbaar inkomen:
Als je alle verplichte uitgaven hebt gedaan, houd je het
vrij besteedbaar inkomen over.


Kan je je geld vrij uitgeven?

Slide 5 - Slide

Zakgeld is een voorbeeld van:
A
Inkomsten in geld
B
Inkomsten in natura
C
Inkomsten met tegenprestatie
D
Inkomsten zonder tegenprestatie

Slide 6 - Quiz

Oppasgeld is een voorbeeld van:
A
Inkomsten in geld
B
Inkomsten in natura
C
Inkomsten met tegenprestatie
D
Inkomen zonder tegenprestatie

Slide 7 - Quiz

Pien krijgt af en toe iets van haar oma. Lippenstift en soms een tijdschrift.
Hoe noemen we deze inkomsten?
A
inkomsten in geld
B
inkomsten in natura

Slide 8 - Quiz

Zakgeld is:
A
Vrij besteedbaar inkomen
B
Niet-vrij besteedbaar inkomen

Slide 9 - Quiz

Wat is een voorbeeld van vrij besteedbaar inkomen ?
A
Kleedgeld
B
Loon

Slide 10 - Quiz

Paragraaf 1
Maken: 6 t/m 12
timer
10:00

Slide 11 - Slide