23-24 2E 23 jan -> Les 55 Woordjes H4 + Voltooid deelwoord

• Duits
• Middelbare school
• vmbo g
• Leerjaar 2

Was machen wir heute?

• Lernziele des Unterrichts;
• Üben Wörter Kapitel 4;
• Erklärung Grammatik;
• Hausaufgaben;
• Ende der Klasse;

Lernziele des Unterrichts

Aan het einde van de les:

• Benoem je 3 dieren in het Duits;

• Benoem je de regel voor het maken van een voltooid deelwoord;
• Kan je een voltooid deelwoord in het Duits maken;

der Elefant

die Kuh

der Fisch

das Schaf

die Schmetterling

das Meerschweinchen

Ich muss die Kanichen noch füttern.

Wat betekent füttern?

1. gedragen
2. voeren
3. bijten
4. lopen

das Huhn

der Hamster

das Schwein

die Maus

das Kaninchen

die Biene

die Ziege

Hoe maak je het voltooid deelwoord in het Nederlands?

Erklärung Grammatik (1)

• Regel = ge + stam + t
• Hoe maak je de stam van een werkwoord?
• Stam = hele werkwoord - en

Uitzonderingen:

• Eindigt een werkwoord op een -n? => verdwijnt alleen de -n
• Begint een werkwoord met be/ver? => GEEN ge ervoor => Net als in NL
• Sterke werkwoorden => gezwommen (schwimmen - geschwommen)

Erklärung Grammatik (2)

Hausaufgaben

Was? --> Aufgabe 5, 8, 26 und 27 (Seite 104, 106, 118 + 119)

Wo? --> Am dein Arbeitsbuch

Wann? --> Montag 29. Januar

Was brauchst du? --> Wörterliste Kapitel 4 (blz. 132) und Grammatikübersicht (Seite 118)

Aufgabe 5/26 besprechen wir noch => 10 Minuten

Wat is de regel voor het maken van een voltooid deelwoord in het Duits?

Benoem 3 dieren in het Duits

Ende der Klasse

Leerdoelen behaald?

Vragen?

• Heb je de opdrachten gemaakt in je boek;
• Herhalen we de woordjes + het voltooid deelwoord en gaan we verder met de werkwoorden in de tegenwoordige tijd;