Les 1 PV TT

Welkom klas 1C
Inloggen in mijnclusius

spullen klaarleggen (agenda, oortjes, leesboek)

Stoel omdraaien: stillezen

1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom klas 1C
Inloggen in mijnclusius

spullen klaarleggen (agenda, oortjes, leesboek)

Stoel omdraaien: stillezen

Slide 1 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
  • 10 minuten - Stillezen
  • Bespreken schrijftoets
  • Nieuwe les: H2.8

Slide 2 - Slide

Bespreken schrijftoets
Beoordeling: O - V - G
Tweede schrijftoets een cijfer.
Beoordelingsformulier in je e-mail.

Slide 3 - Slide

Doel van deze les
In deze les leer je:

hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt.

Slide 4 - Slide

Wat is
De PV in de TT?

Slide 5 - Slide

Aan het werk  - H2.8
Opdracht 3 - leertekst lezen en vragen beantwoorden.
Tip: gebruik je boek erbij!
Opdracht 4 en 5 maken.
Klaar? Opdracht 6

Slide 6 - Slide

Welkom klas 1C
Inloggen in mijnclusius

spullen klaarleggen (agenda, oortjes, werkboek)

Stoel omdraaien.

Slide 7 - Slide

Wat gaan we deze les doen?
Wat weet je nog?
Opdrachten afmaken H2.8
Test jezelf H2.8
Voorbereiden SO - 6e lesuur

Slide 8 - Slide

In deze les leer je:

hoe je de persoonsvorm in de tegenwoordige tijd spelt;
wanneer je een komma gebruikt;
Tien dicteewoorden.

Slide 9 - Slide

leestekens zijn:
A
alleen hoofdletters
B
hoofdletters, komma's, punten en vraagtekens
C
komma's, dubbele punt, aanhalingstekens
D
A,B en C zijn juist

Slide 10 - Quiz

Wat is een komma?
A
;
B
,
C
.
D
?

Slide 11 - Quiz

komma
A
Toen ze thuis kwam, zag ze dat de lamp al brandde.
B
Toen ze thuis kwam zag ze dat de lamp al brandde.

Slide 12 - Quiz

komma
A
Ik hou van chocolade, dropjes, spekjes en koekjes.
B
Ik hou van chocolade dropjes spekjes en koekjes.
C
Ik hou van chocolade , dropjes, spekjes, en koekjes.
D
Ik hou van chocolade , dropjes spekjes en koekjes.

Slide 13 - Quiz

Achter welke zin hoort een vraagteken? ​

A
In de boeken Harry Potter wordt zwerkbal gespeeld​
B
Je moet de slurk door een ring gooien bij zwerkbal​
C
Is het niet lastig om op een bezem te vliegen​

Slide 14 - Quiz

In welke zin staat het uitroepteken juist?
A
Ik woon in Maastricht!
B
Waar woon je!
C
Blijf van mijn spullen af!
D
Mijn naam is Piet!

Slide 15 - Quiz

Wanneer gebruik je een uitroepteken op de juiste manier?
A
Wil je opletten!
B
Let op!
C
Het is fijn als je oplet!

Slide 16 - Quiz

Welke pv tt is goed geschreven?
A
De verpleegster verbindt de verstuikte enkel.
B
Ja, ik wordt hier gestoord van!
C
Wat bied je broer voor dit horloge?

Slide 17 - Quiz

Wat is de pv tt?
Wij ____ samen naar het strand.
A
liepen
B
lopen
C
loopt
D
loopte

Slide 18 - Quiz

De jongen ... lid van een schaakvereniging (pv tt)
worden
A
word
B
wordt
C
worden
D
werd

Slide 19 - Quiz

Welke pv tt is goed geschreven?
A
Hij vertrouwd niemand meer.
B
Beantwoord je buurvrouw deze vraag?
C
Dood jij die akelige spin?

Slide 20 - Quiz

werkwoordspelling pv-tt
A
De oude man verstuurt de brief.
B
De oude man verstuurd de brief.

Slide 21 - Quiz

Hij (worden) ... nog eens gek van haar! PV-tt
A
word
B
wordt
C
werd
D
werdt

Slide 22 - Quiz

Aan het werk  - H2.8
Alle opdrachten van H2.8 afmaken.
Klaar? Test jezelf H2.8

Slide 23 - Slide