2.2 Steeds meer mensen

 2.2: Steeds meer mensen
timer
7:00
1 / 16
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

 2.2: Steeds meer mensen
timer
7:00

Slide 1 - Slide

Wat is bevolkingsdichtheid?
A
Het aantal mensen dat bij elkaar in de straat woont
B
Het aantal mensen dat op een vierkante kilometer woont
C
Het aantal mensen dat verhuist naar het platteland

Slide 2 - Quiz

Bevolkingsspreiding is
A
het gemiddeld aantal inwoners per km2
B
De manier waarop de bevolking over een gebied verdeeld is
C
hoeveelheid mensen per gebied

Slide 3 - Quiz

Bevolkingsdichtheid 
Bevolkingsdichtheid
Aantal inwoners per vierkante kilometer
  • Dichtbevolkte gebieden
    = hoge bevolkingsdichtheid
  • Dunbevolkte gebieden
    = lage bevolkingsdichtheid
 


Slide 4 - Slide

Hoge bevolkingsdichtheid

  • Vlakke gebieden
  • Natte gebieden
  • Langs mondingen van rivieren
  • Aan zee
Lage bevolkingsdichtheid

  • Koude gebieden
  • Bergachtige gebieden
  • Droge gebieden

Slide 5 - Slide

Leerdoelen §2.2:

  • Je weet de oorzaken van de bevolkingsgroei 
  •  Je begrijpt waarom mensen migreren
  • Kun je een bevolkingsgrafiek tekenen en lezen.
  • Je de bevolkingsgroei van een land uitrekenen

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Bevolkingsgrafiek
  • Inwoners land kun je indelen in leeftijdsgroepen: leeftijdsopbouw
  • De leeftijdsopbouw van een land kun je in één oogopslag zien in een bevolkingsgrafiek

Slide 8 - Slide

Bevolkingsdiagrammen

Slide 9 - Slide

Wat zie je hier?

Slide 10 - Slide

Carlos = emigrant
Iemand die zijn land verlaat en zich in een ander land vestigt.

Slide 11 - Slide

Carlos in VS = Immigrant
Iemand die een land binnenkomt en zich daar vestigt.

Slide 12 - Slide

Sociale bevolkingsgroei: de groei in een land door migratie.

Natuurlijke bevolkingsgroei: de groei in een land door geboorten.

Slide 13 - Slide

Pushfactor

Pullfactor
Factor waarom je naar een gebied toe wilt.

Slide 14 - Slide

Redenen om te migreren:

  1. Economische redenen (arbeidsmigranten) 
  2. Politieke redenen
    (vluchtelingen) 
  3. Ecologische redenen
    (ecologische vluchtelingen)
  4. Sociale redenen  
    (gezinshereniging of gezinsvorming) 

Motieven om te migreren: 

Pushfactoren: bijv. werkeloosheid, droogte of oorlog in het vertrekgebied.

Pullfactoren: bijv. een familielid in het vestigingsgebied, of veiligheid, werk, etc. 

Slide 15 - Slide

Aan de slag!
Maak 1,2,3,4,5,6 van 2.2
Op blz. 76/77/78/79

Slide 16 - Slide