1havo - herhalen hoofdstuk 2

Welkom
Leg je telefoon omgekeerd op de rechterbovenhoek van je tafel (straks nodig in de les)

Plenda, boek, schrift en etui in linkerbovenhoek a.u.b. 


1 / 19
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom
Leg je telefoon omgekeerd op de rechterbovenhoek van je tafel (straks nodig in de les)

Plenda, boek, schrift en etui in linkerbovenhoek a.u.b. 


Slide 1 - Slide

lesplanning
LessonUP quiz
GO-opgaves afmaken
Benoemen gebruik Teams na projectweek

Na deze les ben je als voorbereid op de toets (do 11 nov). 
Zorg er tijdens de projectweek voor dat je bijvoorbeeld elke dag 1 paragraaf herhaalt. 

Slide 2 - Slide

een verschil heeft ...
A
termen
B
factoren
C
producten
D
sommen

Slide 3 - Quiz

een product heeft ...
A
termen
B
factoren
C
producten
D
sommen

Slide 4 - Quiz

som, verschil, product
Een product bestaat uit 2 of meerdere factoren

Een som of een verschil bestaat uit 2 of meerdere termen

Een quotiënt heeft een deeltal en deler, maar dat hoeven jullie niet te leren. 

Slide 5 - Slide

Wat is de juiste rekenvolgorde?
A
Haakjes, plus en min, keer en delen
B
Haakjes, keer en delen, plus en min
C
Keer en delen, haakjes, plus en min
D
Keer en delen, haakjes, plus en min

Slide 6 - Quiz

Rekenvolgorde 

  Rekenvolgorde:

  1. Tussen haakjes

  2.   x   en   :   van links naar rechts
  3.   +   en  -   van links naar rechts

Slide 7 - Slide

wat schrijf je op de volgorde regel:

2+53=
A
2 + 15 =
B
53=15
C
15
D
73=

Slide 8 - Quiz

zet de haakjes op de juiste plek
5+342=30
A
5+(34)2
B
(5+3)42
C
5+3(42)
D
(5+3)(42)

Slide 9 - Quiz

5 + - 1
A
6
B
4
C
- 4
D
- 6

Slide 10 - Quiz

- 8 + - 2
A
- 10
B
10
C
- 6
D
6

Slide 11 - Quiz

2 - - 1
A
3
B
- 3
C
1
D
- 1

Slide 12 - Quiz

- 7 - - 10
A
- 17
B
17
C
3
D
- 3

Slide 13 - Quiz


gegeven is de woordformule:
gewicht in kg = 87 - 2 x aantal maanden
bereken het gewicht na 4 maanden
A
340 kg
B
79 kg
C
81 kg
D
71 kg

Slide 14 - Quiz


gegeven is de woordformule:
gewicht in kg = 87 - 2 x aantal maanden
hoeveel kilogram valt Ina elke maand af?
A
87 kg
B
2 kg
C
ze valt niet af, ze komt juist aan
D
dat weten we niet

Slide 15 - Quiz


James moet aankomen van de Doktor. hij weegt nu 51 kilogram. Elke maand moet hij 3 kilo aankomen. welke woordformule past hierbij?
A
gewicht = 3 x aantal maanden + 51
B
gewicht = 51 x aantal maanden + 3
C
gewicht = 51 + 3 x aantal maanden
D
gewicht = 3 + 51 x aantal maanden

Slide 16 - Quiz

bereken a = 5 (geef alleen het antwoord)


5(a3)
A
22
B
15
C
23
D
10

Slide 17 - Quiz

bereken a = 5 (geef alleen het antwoord)

63a
A
15
B
21
C
- 9
D
9

Slide 18 - Quiz

Maakwerk
Vragen over GO die je voor vandaag moest maken?
1, 3abcdef, 4abcg, 5cdef

Zet in je Plenda dat maandag 8 nov de GO-opgaves af zijn,
dus nog 7abcdef, 9, 10, 11 maken

Opgaven maken = leren !
Zorg er tijdens de projectweek voor dat je bijvoorbeeld
elke dag 1 paragraaf herhaalt. Maak bijvoorbeeld A-opdrachten. 


Slide 19 - Slide