Mijn proefles

Welkom
Herhalingsles over het oog
1 / 45
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 45 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom
Herhalingsles over het oog

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt de onderdelen van het inwendige en uitwendige oog benoemen.
  • Je kunt uitleggen hoe de pupilreflex werkt.
  • Je kunt uitleggen wat accomoderen is en hoe dit werkt.
  • Je kunt de verschillen tussen de verschillende zintuigcellen op het netvlies benomen


Slide 2 - Slide

Hoe heten de zintuigcellen van het netvlies
A
Kegeltjes en vlekjes
B
Stipjes en staafjes
C
Stipjes en vlekjes
D
Kegeltjes en staafjes

Slide 3 - Quiz

Traanbuis
Traanklier
Harde oogvlies

Slide 4 - Drag question

Hoe noem je het in de afbeelding hiernaast groene deel van het oog?

Slide 5 - Open question

Oogzenuw
Pupil
Hoornvlies

Slide 6 - Drag question

Glasachtig lichaam
Lens
Gele vlek
Blinde vlek

Slide 7 - Drag question

Welk vlies voorziet het oog van zuurstof en voedingsstoffen
A
Harde oogvlies
B
Vaatvlies
C
Netvlies

Slide 8 - Quiz

Gaan we nu verder met een stukje uitleg

Slide 9 - Slide

Pupilreflex
Waarvoor is deze nodig?

Slide 10 - Slide

Pupilreflex
Beschermt je ogen tegen het felle licht --> voorkomt dat de zintuigcellen beschadigen.

Slide 11 - Slide

Pupilreflex
Twee soorten spieren bij je iris:
  1. Kringspieren --> maken je pupil kleiner bij aanspannen
  2. Straalsgewijs lopende spieren --> maken je pupil groter bij aanspannen

Slide 12 - Slide

Pupilreflex

Slide 13 - Slide

Accomoderen
Het platter en boller worden van je ooglens, zodat je scherp kunt blijven zien

Slide 14 - Slide

Van dichtbij kijken
Kringspieren van de ooglens is aangespannen
De lensbandjes zijn ontspannen

Hierdoor is de lens bol --> je kunt van dichtbij kijken

Slide 15 - Slide

Van veraf kijken
Kringspieren van de ooglens is ontspannen
De lensbandjes zijn aangespannen

Hierdoor is de lens plat--> je kunt in de verte kijken

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Waarom accomoderen?
Het beeld valt op zijn kop op het netvlies, waar de zintuigcellen het beeld omzetten in impulsen. Deze impulsen komen via de oogzenuw aan bij de hersenen waar het beeld (goed om) wordt gevormd.

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Oogafwijkingen
Bijziend of verziend

Slide 20 - Slide

Bijziend
Beeld valt voor het netvlies.
Van dichtbij zie je scherp, veraf niet.


Slide 21 - Slide

Verziend
Beeld valt achter het netvlies.
Van veraf zie je scherp, dichtbij niet.


Slide 22 - Slide

Door pupilreflex zijn de kringspieren aangespannen bij
A
Veel invallend licht
B
Weinig invallend licht

Slide 23 - Quiz

Als je kijkt naar een voorwerp dichtbij is de lens _______. 
De kringspier is dan _______. 
De lensbandjes zijn op dat moment _______. 

Als je kijkt naar een voorwerp ver weg is de lens _______.  
De kringspier is dan _______.  
De lensbandjes zijn op dat moment _______. 

Ontspannen
Ontspannen
Aangespannen
Aangespannen
Bol
Plat

Slide 24 - Drag question

Groepswerk
Maken van opdrachten in groepen van 4

Slide 25 - Slide

Hoe werk je?
  • Je werkt per vraag
  • Vraag eerst individueel lezen en beantwoorden 
  • Dan in groep bespreken
  • Uiteindelijke antwoord individueel opschrijven om straks klassikaal antwoord te kunnen geven.

Slide 26 - Slide

Tijdsplanning
7  vragen in 15 minuten

Slide 27 - Slide

Nabespreking
Vragen nabespreken in de klas

Slide 28 - Slide

Gaan we nu verder met een stukje uitleg

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Zintuigcellen van het oog
Achter het glasachtig lichaam ligt het netvlies.
Het netvlies bevat zintuigcellen die het licht kunnen opvangen.

Slide 31 - Slide

Twee soorten zintuigcellen
Kegeltjes voor het waarnemen van kleuren
Staafjes voor het waarnemen van contrasten --> hiermee zie je alleen grijswaarden

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

Gele vlek en blinde vlek
In de gele vlek zitten heel veel kegeltjes.
Rondom de gele vlek zitten vooral staafjes.

Op de blinde vlek zitten geen staafjes of kegeltjes --> hier verlaat de oogzenuw het oog

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Video

Groepswerk
Maken van opdrachten in groepen van 4

Slide 36 - Slide

Hoe werk je?
  • Je werkt per vraag
  • Vraag eerst individueel lezen en beantwoorden 
  • Dan in groep bespreken
  • Uiteindelijke antwoord individueel opschrijven om straks klassikaal antwoord te kunnen geven.

Slide 37 - Slide

Tijdsplanning
5 vragen in 10 minuten

Slide 38 - Slide

Nabespreking
Vragen nabespreken in de klas

Slide 39 - Slide

In welke laag bevinden zich de kegeltjes en staafjes?
A
Netvlies
B
Vaatvlies
C
Hoornvlies
D
Glasachtig lichaam

Slide 40 - Quiz

Welke spieren rondom de pupil trekken samen als het donker wordt?
A
Kringspieren
B
Straalsgewijs lopende spieren

Slide 41 - Quiz

Met de kegeltjes zie je?
A
Contouren en grijsstinten
B
Scherp en grijsstinten
C
Scherp en kleuren
D
Contouren en kleuren

Slide 42 - Quiz

Hoe doe je mee?
Ga naar lessonup.app in je webbrowser
Voer de pincode in
Vul je naam in
Klaar!

Slide 43 - Slide

Als je in de verte wilt kijken, dan
A
Moet de lens platter worden
B
Moet de lens boller worden

Slide 44 - Quiz

Lesdoelen
  • Je kunt de onderdelen van het inwendige en uitwendige oog benoemen.
  • Je kunt uitleggen hoe de pupilreflex werkt.
  • Je kunt uitleggen wat accomoderen is en hoe dit werkt.
  • Je kunt de verschillen tussen de verschillende zintuigcellen op het netvlies benomen


Slide 45 - Slide