1.2 - Onvrede in de Nederlanden

1.1 Problemen in de kerk
paragraaf 1.1 afronden
1 / 42
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

1.1 Problemen in de kerk
paragraaf 1.1 afronden

Slide 1 - Slide

Wat bedoelen we met Reformatie?

Slide 2 - Open question

Leg uit wat Luther de belangrijkste dingen vond binnen het christendom

Slide 3 - Open question

Rooms-Katholiek
Protestants
Sober
Weinig/geen versieringen
Beelden van heiligen 
Priester
Dominee
Vergeving van zonden via priester
Directe band met God 
Geestelijken mogen trouwen
Geestelijken moeten celibaat leven
Paus
Bijbel in volkstaal
Bijbel in Latijn
Meerdere stromingen

Slide 4 - Drag question

Slide 5 - Slide

Katholieke kerk
Protestantse kerk

Slide 6 - Slide

Contrareformatie
Hervormingen door katholieke kerk zelf. 
- leerboeken voor 'gewone' gelovigen
- priesters naar scholen
- strenge regels priesters
- aflaathandel afgeschaft
- hervorming kloosterleven

Slide 7 - Slide

1.2 - Onvrede in de Nederlanden

Slide 8 - Slide

Huiswerkcontrole
Je leest in stilte paragraaf 1.2 door. 
Als je nakijkmateriaal hebt, ga je nakijken.

Slide 9 - Slide

Karel V (1500-1558)

Slide 10 - Slide

Karel V (1500-1558)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Zeventien gewesten
Elk gewest had eigen:
- wetten
- belastingen
- bestuurders
- munten
- meeteenheden

Slide 13 - Slide

1. Graafschap Artesië
2. Graafschap Vlaanderen
3. Kasselrijen Rijsel, Dowaai en Orchies
4. Heerlijkheid Mechelen
5. Graafschap Namen
6. Graafschap Henegouwen
7. Graafschap Zeeland
8. Graafschap Holland
9. Hertogdom Brabant en Markgraafschap
    Antwerpen
10. Hertogdom Limburg en de Landen van Overmaas
11. Hertogdom Luxemburg
12. Heerlijkheid Friesland
13. Doornik en het Doornikse
14. Heerlijkheid Utrecht
15. Heerlijkheid Overijssel, incl. Drenthe, Lingen, Wedde en Westwoldingerland
16. Heerlijkheid Groningen
17. Hertogdom Gelre en Graafschap Zutphen

Slide 14 - Slide

Centralisatie
Dezelfde regels
Vaste belastingen
Eigen ambtenaren

Nederlandse adel niet mee eens -> minder macht.

Slide 15 - Slide

1555: Filips II

Slide 16 - Slide

Versterken centraal bestuur

Slide 17 - Slide

1.2 - Onvrede in de Nederlanden

Slide 18 - Slide

Huiswerkcontrole
Je leest in stilte paragraaf 1.2 door. 
Als je nakijkmateriaal hebt, ga je nakijken.

Slide 19 - Slide

Verzet
- Nederlandse edelen tegen centraal bestuur


Slide 20 - Slide

Verzet
- Nederlandse edelen tegen centraal bestuur

- Veel Nederlanders tegen vaste belastingen


Slide 21 - Slide

Verzet
- Nederlandse edelen tegen centraal bestuur

- Veel Nederlanders tegen vaste belastingen

- Veel mensen wilden calvinist zijn

Slide 22 - Slide

1566: aanbieden smeekschrift

Slide 23 - Slide

Hagenpreken

Slide 24 - Slide

1566: Beeldenstorm

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

De hertog van Alva

Fernando Álvarez de Toledo


Slide 28 - Slide

Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat rond 1520 de bestuurlijke situatie in de Nederlanden was en wat Karel V daaraan wilde veranderen.
Je kunt drie redenen noemen waarom bewoners van de Nederlanden zich tegen de Spaanse koning begonnen te verzetten.
Je kunt uitleggen waarom de Beeldenstorm uitbrak en wat daarvan het gevolg was.

Slide 29 - Slide

Drie redenen bewoners Nederlanden verzet tegen Spaanse koning.

Slide 30 - Open question

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat rond 1520 de bestuurlijke situatie in de Nederlanden was en wat Karel V daaraan wilde veranderen.
- Je kunt drie redenen noemen waarom bewoners van de Nederlanden zich tegen de Spaanse koning begonnen te verzetten.
- Je kunt uitleggen waarom de Beeldenstorm uitbrak en wat daarvan het gevolg was.

Slide 31 - Slide

5. Gebruik bron 2 (pagina 26). Verplaats je in de burgers van Utrecht. Bedenk of zij blij waren met kasteel Vredenburg.
Leg je antwoord uit en gebruik daarbij het begrip 'centraal bestuur'.

Slide 32 - Open question

Vraag 5
De burgers van Utrecht waren waarschijnlijk niet zo blij met kasteel Vredenburg. Karel V bouwde dit kasteel om ervoor te zorgen dat zij hem zouden gehoorzamen. Dit past bij Karels poging om in de Nederlanden een centraal bestuur in te voeren. Maar voor de Utrechtse burgers betekende dat dat zij niet meer vrij waren om hun eigen beslissingen te nemen. Dat vonden ze
waarschijnlijk niet leuk

Slide 33 - Slide

8. Gebruik bron 5.
a. Welke kritiek heeft
Willem van Oranje op Filips II?

Slide 34 - Open question

Vraag 8a
Welke kritiek heeft Willem van Oranje op Filips II?

Willem van Oranje vindt dat Filips II protestanten te streng vervolgt. Hij vindt dat de koning de 
mensen vrij moet laten in hun geloof.

Slide 35 - Slide

8b. Welke uitspraak over Willem van Oranje klopt?
A
Hij heeft - van protestanten
B
Hij protesteerde - protestants was.
C
Hij vroeg - te laten
D
Hij was - te zeggen

Slide 36 - Quiz

11. Gebruik bron 4 (pagina 28).
Noem de plaats en het jaar waarin de Beeldenstorm begon.

Slide 37 - Open question

Vraag 11a
De Beeldenstorm begon in 1566 in Steenvoorde.

Slide 38 - Slide

Noem de windrichting waarin de Beeldenstorm zich vooral verplaatste.

Slide 39 - Open question

11. In welke stad was de Beeldenstorm heel belangrijk, omdat hij zich vandaaruit in heel veel richtingen verspreidde?

Slide 40 - Open question

Slide 41 - Slide

Leerdoelen
- Je kunt uitleggen wat rond 1520 de bestuurlijke situatie in de Nederlanden was en wat Karel V daaraan wilde veranderen.
- Je kunt drie redenen noemen waarom bewoners van de Nederlanden zich tegen de Spaanse koning begonnen te verzetten.
- Je kunt uitleggen waarom de Beeldenstorm uitbrak en wat daarvan het gevolg was.

Slide 42 - Slide