Klas 2 H1 Economie Verdieping: Nieuwe winkels

Nieuwe winkels
Verdiepingsopdracht M&M klas 2 H1 economie
- uitleg - 
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Nieuwe winkels
Verdiepingsopdracht M&M klas 2 H1 economie
- uitleg - 

Slide 1 - Slide

Achterhoek
In de Achterhoek neemt de bevolking af. dit heeft gevolgen voor de voorzieningen:
- bijvoorbeeld scholen (Laudis)
- maar ook winkels: minder klanten!

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Leefbaarheid gaat achteruit

Slide 4 - Slide

Gevolgen krimp
  1. Winkels sluiten.
  2. Scholen sluiten.
  3. Sportclubs sluiten of gaan fuseren
  4. Ouderen blijven in dorpen achter.

Slide 5 - Slide

winkels sluiten
scholen sluiten

Slide 6 - Slide

Waarom liggen sommige winkels in het centrum?
A
Omdat daar veel parkeerplek is
B
Omdat de bussen naar het centrum rijden
C
Omdat het voor klanten handig is dat meerder winkels bij elkaar liggen
D
Omdat dit naast coffeeshops ligt

Slide 7 - Quiz

Stelling
Je kunt beter online shoppen dan gaan winkelen

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Webwinkell
Een website waar je spullen kunt kopen.

Slide 10 - Slide

Fysieke winkel                    web winkel

Slide 11 - Slide

Fysieke winkel
Webwinkel

Slide 12 - Slide

Megastore: heel veel winkels onder 1 dak!

Slide 13 - Slide

Het is drie kwartier met de auto!

Slide 14 - Slide

Wat is een pop up store?
Een pop-up shop is een tijdelijke winkel, 
die na verloop van tijd weer opgeheven wordt. 
Voordelen:
- geen leegstand, "gevulde" winkelstraat
- (internet)ondernemer kan verkopen
- vaak sample-sale (uitverkoop en winkelvoorbeelden)

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Wat is een synoniem voor webwinkel?
A
internetwinkel
B
shop
C
sociale winkel

Slide 17 - Quiz

Een webwinkel (zoals bol.com) heeft een groot voorraadmagazijn
A
Juist
B
Onjuist

Slide 18 - Quiz

Wat is een megastore?
A
Een heel grote winkel
B
Een miljoenenwinkel
C
Een magazijn
D
Groot winkelpand met meerdere winkels

Slide 19 - Quiz

Pop up store:
A
verkoopt poppen
B
tijdelijke winkel
C
alleen in de Randstad
D
Alleen op het platteland

Slide 20 - Quiz

Afronden H1:
- check opdrachten 1.3 en 1.4
- verdiepingsopdracht winkels

Slide 21 - Slide