thema 5 les 13A en 14A

• Nederlands
• Basisschool
• Groep 8

Spelling Thema 5 les 13A en 14A

Stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

• Een stoffelijk bijvoeglijk naamwoord vertelt van welke stof het zelfstandig naamwoord is gemaakt. 
  
• Regel:  eindigt altijd op -en.
• goud + en
• hout + en
• riet + en

Uitzondering

De uitzonderingen zijn:

• plastic
• nylon
• linoleum
• kunststof
• aluminium

Rubber en rubberen mag allebei

Juf Anne kocht een (goud) pen.

1. gouden
2. goud
3. goude
4. goudden

Ik gooi de spullen in een (karton) doos.

1. kartonen
2. kartonnen
3. kartone
4. kartonne

In de klas ligt een ..... vloer

1. linoliume
2. linolium
3. linoleumen
4. linoleum

gips
In het museum stonden allemaal....beelden

rood
Ik heb een ..................fiets gekocht.

marmer
De beelden stonden op ...... sokkels

mooi
Wat hebben jullie een ..............hond

zijde
Zij draagt een..... jurkje

rubber
He regent dus we dragen.... laarzen

Typ 2
stoffelijk bijvoeglijke
naamwoorden

energie

kolonie

commandant

interesse

accu

effect

propaganda

commissie

terrorisme

Waar staat het woord
goed geschreven ?
Schiet op! De trein gaat.......

1. vertrekken
2. vertreken
3. verrtrekken

Waar staat het woord
goed geschreven ?
Mag ik daar even op ...........

1. tromelen
2. trommellen
3. trommelen

Waar staat het woord
goed geschreven ?
Een paspoort is een belangrijk.........

1. doccument
2. doocument
3. document
4. documment

Wie mag nu met
de do.......elsteen gooien ?
Schrijf het woord goed op.

Dit is het verhaal van
een da....ere ridder.
Schrijf het woord goed op

De a.....u van mijn auto is leeg.

Een ander woord voor verdediging is
de....ensie.

Aan de slag 

Maak de opdrachten in  je werkboek. 

thema 5

week 4

les 13A en 14A