kennistoets hoofdstuk 1 2 3 4 - Verzamelen en Verzenden

Wat is een ander woord voor picklocatie?
1 / 46
next
Slide 1: Open question
LogistiekMBOStudiejaar 1

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Wat is een ander woord voor picklocatie?

Slide 1 - Open question

Je werkt met meerdere orderverzamelaars tegelijk aan het verzamelen van verschillende orders. Hoe noem je deze manier van verzamelen
A
parallel orderverzamelen
B
eenzijdig orderverzamelen
C
sequentieel orderverzamelen
D
tweezijdig orderverzamelen

Slide 2 - Quiz

Je verzamelt orders steeds op dezelfde hoogte. Hoe noem je deze manier van verzamelen?
A
tweezijdig orderverzamelen
B
sequentieel orderverzamelen
C
eenzijdig orderverzamelen
D
parallel orderverzamelen

Slide 3 - Quiz

Welk intern transportmaterieel zie je op de foto?
A
reachtruck
B
heftruck
C
orderverzameltruck
D
hoogbouwtruck

Slide 4 - Quiz

Welke manier van stapelen zie je op de afbeelding?
A
blokstapelen
B
in verband stapelen

Slide 5 - Quiz

Aan welk nummer zijn gevaarlijke stoffen herkenbaar?
A
EAN
B
GTIN
C
UAC
D
UN-nummer

Slide 6 - Quiz

Waarvoor staan de eerste twee cijfers van de streepjescode?
A
land waar het product gemaakt is
B
de leverancier van het product
C
het controlegetal van het product
D
de code van het product

Slide 7 - Quiz

Welke code vind je op producten die lang houdbaar zijn?
A
TGT-code
B
UVD-code
C
THT-code
D
EAN-code

Slide 8 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van horizontaal intern transportmaterieel dat gebruikt wordt bij orderverzamelen? Noem er 2.

Slide 9 - Open question

Wat zijn voorbeelden van verticaal transportmaterieel dat gebruikt wordt bij orderverzamelen? Noem er 2.

Slide 10 - Open question

Bij de indeling van het magazijn wordt meestal rekening gehouden met de ABC-analyse. Welke goederen horen in de ABC-analyse bij welk percentage?
A-goederen
B-goederen
C-goederen
15%https
5%
80%

Slide 11 - Drag question

Welke afkorting gebruik je voor het systeem waarin alle informatie over de voorraad in het magazijn staat?

Slide 12 - Open question

Wat wordt bedoeld met het assortiment van het bedrijf?
A
de manier van orderverzamelen in het bedrijf
B
de meest efficiënte route voor orderverzamelen
C
het totale aanbod aan goederen dat in het magazijn ligt

Slide 13 - Quiz

De ... is het aantal verschillende productgroepen binnen het assortiment.
A
assortimentsdiepte
B
assortimentshoogte
C
assortimentsbreedte
D
assortimentsconsistentie

Slide 14 - Quiz

Waar of niet waar?
Goederen waar je voor een bepaalde tijd niet aan mag komen, sla je op in een geconditioneerde ruimte
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Zet de administratieve verwerking van een order in de juiste volgorde:
Kredietcontrole
orderverzameldocumentatie
voorraadadministratie
voorraadcontrole
orderbevestiging
orderadministratie
1

2

3

4

5

6

Slide 16 - Drag question

Henk is bezig met een order voor een klant. Hij merkt dat een artikel niet voldoende op voorraad is. Hiervoor maakt hij een extra order aan. Hoe het deze order?
A
spoedorder
B
backorder
C
afroeporder
D
homogene order

Slide 17 - Quiz

Welke begrippen horen bij elkaar?

Statisch verzamelen
Dynamisch verzamelen
goederen naar man
man naar goederen

Slide 18 - Drag question

Bij welk systeem werk je als orderverzamelaar met een speciale bril?
A
Pick-by-vision
B
Voice-picking
C
Scanning
D
Pick-to-light

Slide 19 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van VAL-activiteiten?
A
Artikelen samenvoegen
B
Artikelen ompakken van containers naar pallets
C
Handleiding toevoegen
D
Verwerken van retouren

Slide 20 - Quiz

Waarvoor staat de afkorting VAS
A
Value Added Source
B
Value Added Logistics
C
Value Added Services

Slide 21 - Quiz

Een ander woord voor een meermalige verpakking is....

Slide 22 - Open question

In een distributiecentrum worden artikelen opnieuw verpakt in een extra stevige verpakking, voor ze naar de klant gestuurd worden. Dit is een voorbeeld van:
A
VAL en VAS
B
VAS
C
VAL

Slide 23 - Quiz

Wat zijn voorbeelden van eenmalige verpakkingen?
A
seal
B
plastic tas
C
een pallet
D
een krat

Slide 24 - Quiz

Rolcontainers, flessen en groentebakken zijn voorbeelden van:
A
meermalige verpakkingen
B
eenmalige verpakkingen

Slide 25 - Quiz

Wat hoort bij elkaar?
VAL
VAS
Waarde toevoegen aan het artikel
Waarde toevoegen in de logistieke keten

Slide 26 - Drag question

Het collomodulaire systeem is gebaseerd op basis van de standaard maten van intern transportmaterieel.
Welke maten horen bij het transportmaterieel?
Maak de juiste combinaties.
ISO-pallet


Europallet


Rolcontainer


60 cm x 80 cm
80 cm x 120 cm
100 cm x 120 cm

Slide 27 - Drag question

Hoeveel rolcontainers passen er meestal in breedte van een standaard vrachtwagen?
A
2
B
4
C
6
D
8

Slide 28 - Quiz

Sommige producten mogen niet samen verzonden worden. Hoe noem je dit?
A
laadverordening
B
samenladingsverbod
C
standaardverzending

Slide 29 - Quiz

Wat betekent dit logo?

Slide 30 - Open question

Zet de stappen van het verzendproces in de juiste volgorde
1
2
3
Laden
Verzendklaar maken
Klaarzetten goederen

Slide 31 - Drag question

Op welk soort verpakking kom je dit logo tegen?
A
hout
B
glas
C
kunststof
D
papier

Slide 32 - Quiz

Binnen de logistiek kunnen verpakkingen meerdere functies hebben. Welke functie is dat niet?
A
artikelen aantrekkelijk presenteren
B
zorgen dat het product vervoerbaar is
C
artikelen van elkaar onderscheiden
D
artikelen beschermen tegen beschadiging

Slide 33 - Quiz

Een consumentenverpakking moet voldoen aan de eisen van verschillende partijen. 
Welke eis hoort bij welke partij?
Consument
Wetgever
Producent
Distribuant
De verplichte informatie moet erop staan
Duidelijke codering
Bescherming van het artikel
Makkelijk kunnen openen en sluiten

Slide 34 - Drag question

Op een collomerkstaat 3/5.
Wat betekent dit?
A
de zending bestaat uit 5 verzendeenheden en dit is de derde
B
de zending bestaat uit 8 verzendeenheden en dit is de derde
C
de zending bestaat uit 3 verzendeenheden en dit is de vijfde
D
de zending bestaat uit 8 verzendeenheden en dit is de vijfde

Slide 35 - Quiz

Waar of niet waar?
Voor een AVC-vrachtbrief heb je een ander formulier nodig dan voor een CMR-vrachtbrief
A
waar
B
niet waar

Slide 36 - Quiz

Welk deel van de AVC/CMR- vrachtbrief is voor de verzender en moet je dus bewaren als je goederen verzendt?
A
zwarte opdruk
B
rode opdruk
C
groene opdruk
D
blauwe opdruk

Slide 37 - Quiz

Je hebt een verzendeenheid verzameld voor internationaal vervoer.
Wat kruis je aan: AVC of CMR?
A
CMR
B
AVC

Slide 38 - Quiz

Waar of niet waar?
Als logistiek teamleider ben je automatisch tekenbevoegd; je mag altijd vrachtbrieven aftekenen.
A
waar
B
niet waar

Slide 39 - Quiz

Met welk document worden rij- en rusttijden van een chauffeur vastgelegd?
A
ADR-certificaat
B
Tachograafschijf
C
Werkgeversverklaring
D
Code 95

Slide 40 - Quiz

Wat zie je op deze foto?
A
heftafel
B
rijplaat
C
lamellenbaan
D
rollenbaan

Slide 41 - Quiz

Hoe heet het opvullen van de lege ruimte in een vrachtwagen?

Slide 42 - Open question

Een kast is 2,00 meter lang en 0,60 breed. Hoeveel laadmeter is het?
A
2
B
0,5
C
2,4
D
1,2

Slide 43 - Quiz

Op het label van een spanband staat veel informatie. Welke aanduiding geeft aan wat de veilige werkbelasting van een spanband is?
A
BS: Breaking Strength
B
LC: Lashing Capacity
C
SF: Safety Factor

Slide 44 - Quiz

Wat gebruik je tegen het kopschot van een vrachtwagen om goederen te beschermen tegen beschadigingen bij hard remmen?
A
luchtzakken
B
stootkussen
C
buffermateriaal

Slide 45 - Quiz

Welke voorziening hoort bij welke omschrijving?
Zet het juiste begrip bij de juiste omschrijving.
Laadperron
Laadkuil
Dockshelter
Kap aan de buitenzijde van het magazijn rond de laaddeur
Bouwkundige verhoging van de magazijnvloer
Verlaging van het wegdek voor de losplaats van het magazijn

Slide 46 - Drag question