This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Slide 1 - Video
ffkes herhalen!!!
Slide 2 - Slide
Voedselketen = elke soort is voedsel voor een andere soort
Slide 3 - Slide
Voedselketen
Pijltje = Wordt gegeten door
dus: alg wordt gegeten door watervlo
watervlo wordt gegeten door baars
baars wordt gegeten door reiger
Slide 4 - Slide
Voedselweb= meerdere voedselketens door elkaar
Slide 5 - Slide
Let op: een voedselketen of voedselweb begint altijd met een plant!
Slide 6 - Slide
Producenten= planten
produceren voedsel zichzelf, voor mens en dier
Slide 7 - Slide
consumenten 1ste orde= planteneters
Slide 8 - Slide
Consumenten 2e orde= vleeseters
Slide 9 - Slide
Afvaleters= eten dode resten van planten en dieren
Slide 10 - Slide
Reducenten = bacterien
schimmels
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Video
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Waar begint een voedselweb of keten mee?
A
vleeseters
B
planteneters
C
planten
Slide 16 - Quiz
Hoe noemen we bacteriën en schimmels?
A
consumenten
B
reducenten
C
allesetters
D
producenten
Slide 17 - Quiz
Van welke orde zijn vleeseters?
A
consumenten 1ste orde
B
consumenten 2e orde
Slide 18 - Quiz
Waar horen pissebedden bij?
A
producenten
B
consumenten 2e orde
C
afvaletters
D
reducenten
Slide 19 - Quiz
Populaties
Slide 20 - Slide
Doel van de les
Na deze les kun je vertellen
wat een biologisch evenwicht is
hoe die beinvloed wordt
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Slide
Grootte van populatie
gunstige omstandigheden
-veel voedsel
-weinig vijanden
-geen ziekteverwekkers
-gunstig klimaat
hangt af van
ongunstige omstandigheden
-weinig voedsel
-veel vijanden
-ziekteverwekkers
-klimaatsveranderingen
Slide 23 - Slide
Als het een jaar heel droog is zal het aantal muizen toenemen of afnemen?
Leg je antwoord uit.
Slide 24 - Slide
vacht, poten, kleur
stekels, groot wortelstelsel, water in stengels en bladeren
Slide 25 - Slide
Door welke groep wordt voedsel voor alle andere organismen gemaakt?
Slide 26 - Open question
Individu
Populatie
Levensgemeenschap
Ecosysteem
Slide 27 - Drag question
Wat is zijn aanpassingen bij planten om uitdroging te voorkomen?
A
Grote, platte bladeren
B
Kleine, dikke bladeren
C
een klein wortelstelsel
D
een groot wortelstelsel
Slide 28 - Quiz
Enkele kenmerken van dieren zijn: 1. Een sneeuwhaas is wit in de winter en bruin in de zomer. 2. Een kameleon kan van kleur veranderen. 3. Planteneters hebben plooikiezen om moeilijk te verteren planten fijn te malen.
Wat zijn aanpassingen?
A
Alle drie
B
De sneeuwhaas
C
De sneeuwhaas en de kameleon
D
De sneeuwhaas en de planteneters
Slide 29 - Quiz
doen...
maak de opdrachten 12, 13 en 14 van basisstof 3 via magister/leermiddelen.