IF VS WHEN

Planning
Je werkt deze lesson-up zelfstandig door.

Lees de uitleg goed door, en maak daarna de vragen. 

Aan het einde maak je 1 oefening op de link. 

Daarna ga je zelfstandig aan de slag met oefenen van Chapter 4 op Stepping Stones Slim Stampen
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Planning
Je werkt deze lesson-up zelfstandig door.

Lees de uitleg goed door, en maak daarna de vragen. 

Aan het einde maak je 1 oefening op de link. 

Daarna ga je zelfstandig aan de slag met oefenen van Chapter 4 op Stepping Stones Slim Stampen

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Aan het einde van deze lesson-up, kun je:
  • het verschil tussen if en when uitleggen
  • if en when zelf toepassen in de oefening

Ook heb je zelfstandig geoefend met de woordjes en stones van chapter 4 (voor het SO en proefwerk volgende week)

Slide 2 - Slide

If (=als)
Je bent er niet zeker van of iets gaat gebeuren, maar als het gebeurt dan …
If you see my mother, tell her we’re going to be home late.
Als je mijn moeder ziet, vertel haar dat we laat thuis zijn.

Je wilt een voorwaarde aangeven
You can still catch the train if  you leave right now.
Je kan nog steeds de trein halen als je nu weggaat.  





Slide 3 - Slide

When (=wanneer)
Je bent er zeker van dat iets gaat gebeuren, en wanneer het gebeurt dan …

I’ll visit you when I’m in England next month.
Ik kom je opzoeken wanneer ik in Engeland ben volgende maand.

Call us when you arrive at the station.
Bel ons wanneer je aangekomen bent op het station. 


Slide 4 - Slide

.... it rains tomorrow, we won't have a picnic.
A
if
B
when

Slide 5 - Quiz

water becomes ice
when you freeze it
we will swim every day
my clothes are wet
If it rains
when we go on holiday

Slide 6 - Drag question

If
When
Als het niet zeker is 
Als het zeker is 
Voorwaarde 
Als
Toen/wanneer

Slide 7 - Drag question

I'm going to London. I'll phone you .... I get back
A
if
B
when

Slide 8 - Quiz

We can catch the train .... we leave right now.
A
if
B
when

Slide 9 - Quiz

My father will buy me a car .... I'm 18.
A
if
B
when

Slide 10 - Quiz

I'm leaving for work now. I'll finish the letter .... I get home.
A
if
B
when

Slide 11 - Quiz

.... John doesn't come in his car, we'll take the subway.
A
if
B
when

Slide 12 - Quiz

.... we don't have a car can always walk.
A
if
B
when

Slide 13 - Quiz

Vind je het nog moeilijk?
Kijk dan de video via deze link:
https://www.youtube.com/watch?v=ItUk-ZJcuSI

Zo niet, ga dan door naar de volgende slide.

Slide 14 - Slide

Oefenen
Je gaat nu zelf aan de slag met 1 oefening. Deze oefening vind je op de volgende slide. Klik hier op en maak deze zelfstandig.

Wanneer je de oefening af hebt, ga je door met oefenen voor het SO en het proefwerk van volgende week.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Link