This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
5.3 De Reformatie
Periode 1
Week 2
Les 1
Introductie
4 HAVO
Slide 1 - Slide
Programma vandaag
1. Korte theorie met meeschrijven
2. Mapje checken
3. Aan de slag voor je toets (vragen maken op toets niveau, zie LessonUp)
4. Korte kennischeck (5 min)
Programma tot de toets
Deze les: reformatie
Donderdag: de Nederlandse opstand
maandag: herhaling en oefenen
Slide 2 - Slide
Verklaar de relatie tussen handelswaar die de Portugezen uit west-Afrika haalden en de opkomst van suikerplantages in Brazilië
Slide 3 - Open question
Kenmerkend aspect 22
De protestantse reformatie die de splitsing van de christelijke kerk in West-Europa tot gevolg had.
Slide 4 - Slide
Film-cast
Maarten Luther - Duitse Monnik
Paus Leo X
Keizer Karel V
Johannes Tetzler
Slide 5 - Slide
Je kunt tenminste drie misstanden in de kerk omstreeks 1500 beschrijven aan de hand van Luthers kritiek.
Je kunt uitleggen welk gevolg Luthers protest had voor het christendom in West-Europa.
Slide 6 - Slide
Misstanden
1. Geestelijken leidden een leven dat in strijd was met de ideeën die de kerk zelf verkondigde.
2. Luthers 95 stellingen, waarin hij onder meer het geloof in aflaten aanviel.
2. Geestelijken konden voor de leken bemiddelen bij God. (Paus) (Volgens Luther: enkel door lezen van de bijbel/bidden) tot god)
Slide 7 - Slide
gevolgen reformatie
Het christendom in West-Europa viel uit elkaar
Hierdoor ontstond er naast de katholieke kerk ook een protestantse kerk.
Slide 8 - Slide
Leerdoel
Beschrijf twee verschillen tussen de opvattingen van Luther en Calvijn.
Slide 9 - Slide
Lezen & maken (15 min)
Lezen:
- Verspreiding en strijd
Maken:
- Geef antwoord op leerdoel 14
- Klaar? Maak 10, 11, 12
Slide 10 - Slide
Verschil 1
God bepaalde welke mensen naar de hemel gingen. Volgens Calvijn hadden mensen zelf daar geen invloed op, terwijl Luther stelde dat mensen met een goed geloof hun kansen vergrootten om naar de hemel te gaan.
Slide 11 - Slide
Verschil 2
Luther vond dat onderdanen de overheid moesten gehoorzamen.
Volgens Calvijn moest de overheid handelen in overeenstemming met de Bijbel en het ware geloof. Als een vorst ‘een valse godsdienst’ oplegde, mocht het volk onder leiding van hoge edelen en andere bestuurders in opstand komen. (KA 23)