This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes and text slide.
Items in this lesson
week 2 reflectie hoofdstuk 2
Slide 1 - Slide
Hoe heten de ministers van de gemeente?
A
gedeputeerden
B
wethouders
C
gemeenteraad
D
Provinciale Staten
Slide 2 - Quiz
Wie staat aan het hoofd van de gemeente?
A
Burgemeester
B
Wethouder
C
Commissaris van de Koning
D
Minister
Slide 3 - Quiz
De bevolking kiest in de gemeente:
A
de burgemeester.
B
de leden van de gemeenteraad.
C
B en W.
D
de wethouders.
Slide 4 - Quiz
In de gemeente heb je een college van .....
A
gemeenteraad
B
ministers
C
burgemeester en wethouders
D
koningen
Slide 5 - Quiz
Hoe noem je een plan van de gemeente dat met de ruimte van de gemeente te make heeft?
A
Ruimtelijke ordening
B
Bestemmingsplan
C
Gemeenteplan
D
Ruimteplan
Slide 6 - Quiz
Wie is geen gemeenteambtenaar?
A
brandweer mannen
B
onderwijzers
C
politieagenten
D
soldaten
Slide 7 - Quiz
Wat is een gemeentebelasting
A
Hondenbelasting
B
Loonbelasting
C
Hypotheekbelasting
D
Wegenbelasting
Slide 8 - Quiz
Wie moet de gemeentebegroting goedkeuren?
A
Burgemeester
B
Wethouders
C
Minister van cultuur
D
De gemeenteraad
Slide 9 - Quiz
Het dagelijks bestuur van de gemeente
A
gemeenteraad
B
college van B&W
C
Europese Unie
D
Raad van ministers
Slide 10 - Quiz
Wie zijn de baas over de gemeente?
A
De provinciale staten
B
Gedeputeerde Staten
C
Commissaris van de koning
Slide 11 - Quiz
Wie is de baas in de gemeente?
Wie is de baas in de gemeente?
A
Gemeenteraad
B
Burgermeester
C
Minister-president (Mark Rutte)
D
Wethouder
Slide 12 - Quiz
Wie zijn de bestuurders in een gemeente?
A
Gemeenteraad
B
College van B&W
C
Wethouders
D
Ministers
Slide 13 - Quiz
Wie zijn de volksvertegenwoordigers in de gemeente?
A
Wethouders
B
Burgermeester
C
Gemeenteraad
D
Tweede Kamer
Slide 14 - Quiz
Waarden zijn:
A
Wetten in Nederland
B
Alle zaken die mensen belangrijk vinden
C
Regels waar je je aan moet houden
Slide 15 - Quiz
Wat is een belang?
A
Iets wat jij belangrijk vindt
B
Een soort wet
C
Een lastige keuze
D
Voordeel dat je ergens van hebt
Slide 16 - Quiz
Meer samenleving, minder overheid Onze partij staat voor een zorgzame stad waar mensen verantwoordelijkheid nemen: voor zichzelf, voor elkaar en voor hun omgeving. Normen en waarden horen daarbij. Dat vraagt om een niet te grote overheid die burgers de ruimte biedt om die verantwoordelijkheid te dragen en te delen. Op dit moment is de gemeentelijke overheid te groot en te bemoeizuchtig. Onze partij kiest voor een kleinere gemeentelijke overheid en meer ruimte voor maatschappelijke initiatieven.
naar: verkiezingsfolder van een politieke partij in Amsterdams
Meer stad, minder gemeente Onze partij staat voor een veilig, bloeiend en leefbaar Den Haag. Wij zorgen ervoor dat het huishoudboekje van de stad op orde is. We verlagen de belastingen. Wij zorgen voor minder regels. Wij zorgen ervoor dat ondernemers de ruimte krijgen te ondernemen. Wij staan voor een Den Haag van vrijemensen met respect voor iedereen. Voor ons geldt: voor wie hard werkt, verdient beter. naar: website van een politieke partij in Den Haag
SP
CDA
Groen Links
VVD
Slide 17 - Drag question
Wat is geen kenmerk van een linkse partij?
A
gelijkheid
B
actieve overheid
C
passieve overheid
D
bescherming milieu
Slide 18 - Quiz
dat mensen zoveel mogelijk zelf mogen beslissen over hun eigen leven. Sommige mensen die ouder zijn dan 75, vinden dat hun leven af is. Wij willen dat zij zelf mogen kiezen wanneer zij sterven. Dit gebeurt dan met stervenshulp. Het gebeurt alleen als we zeker weten dat er geen andere reden is om te sterven, zoals zorgen over geld.
A
Progressief
B
Conservatief
Slide 19 - Quiz
Rechtse politieke partijen vinden preventieve maatregelen tegen criminaliteit belangrijker dan linkse politieke partijen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quiz
Studiefinanciering blijft bestaan. Geen leenstelsel. Dieren-, natuur- en milieu-onderwijs voor leerlingen op basis- en middelbare scholen. Scholen ondersteunen bij het inrichten van een schooltuin, zodat kinderen de kans krijgen zelf voedsel te telen.
Geen verandering aan studiefinanciering en basisbeurs. OV-jaarkaart voor 16- en 17-jarige jongeren in het mbo. Bezuinigingen op ‘passend onderwijs’ terugdraaien. Geen prestatiebeloning voor leraren.
Meer salaris voor eerstegraads leraren. Scholen moeten bij voorkeur met de bijbel werken. Meer aandacht voor onderwijs aan kleuters op de Pabo. Een (grafische) rekenmachine bij een toets of examen moet beperkt worden.
Basisbeurs afschaffen en sociaal leenstelsel invoeren. De opbrengst investeren in de kwaliteit van het onderwijs. Bijverdiengrens afschaffen. Universiteiten, hogescholen en mbo’s mogen studenten selecteren op motivatie en geschiktheid. Niveaus 1 en 2 van vmbo en mbo samenvoegen.
SP
VVD
SGP
PvdD
Slide 21 - Drag question
Linkse politieke partijen benadrukken dat:
A
mensen gelijke kansen moeten krijgen.
B
burgers meer vrijheid moeten krijgen.
C
de overheid minder macht moet krijgen.
D
naastenliefde belangrijker is dan sociaaleconomische verhoudingen.
Slide 22 - Quiz
Deze politieke partij is politiek links:
A
VVD
B
PVV
C
Christenunie
D
SP
Slide 23 - Quiz
Wat is GEEN kenmerk of functie van politieke partijen? Politieke partijen...
A
... doen mee aan verkiezingen
B
... formuleren verkiezings-programma's
C
... houden zich bezig met de inrichting van een deel van de samenleving
D
... proberen politieke macht te verwerven
Slide 24 - Quiz
POLITIEK LINKS
POLITIEK RECHTS
gelijkheid
Actieve overheid
Passieve overheid
Vrijheid
Slide 25 - Drag question
Deze politieke partij is politiek rechts
A
D66
B
VVD
C
PvdA
D
PvdD
Slide 26 - Quiz
Zet de politieke partijen op de juiste plaats
Links
Rechts
Slide 27 - Drag question
een linkse partij
A
is voor veel economische vrijheid
B
vindt de zorgen om het milieu overdreven
C
wil dat de uitkeringen zo laag mogelijk zijn
D
vindt dat iedereen goede zorg verdient
Slide 28 - Quiz
Linkse partijen vinden:
A
dat rijke en arme mensen evenveel belasting moeten betalen.
B
dat de overheid mensen moet helpen die weinig geld hebben.
C
dat mensen voor elkaar moeten zorgen.
D
dat mensen met weinig geld zelf oplossingen moeten bedenken
Slide 29 - Quiz
Waarden zijn:
A
Wetten in Nederland
B
Alle zaken die mensen belangrijk vinden
C
Regels waar je je aan moet houden
Slide 30 - Quiz
Wat is een belang?
A
Iets wat jij belangrijk vindt
B
Een soort wet
C
Een lastige keuze
D
Voordeel dat je ergens van hebt
Slide 31 - Quiz
Meer samenleving, minder overheid Onze partij staat voor een zorgzame stad waar mensen verantwoordelijkheid nemen: voor zichzelf, voor elkaar en voor hun omgeving. Normen en waarden horen daarbij. Dat vraagt om een niet te grote overheid die burgers de ruimte biedt om die verantwoordelijkheid te dragen en te delen. Op dit moment is de gemeentelijke overheid te groot en te bemoeizuchtig. Onze partij kiest voor een kleinere gemeentelijke overheid en meer ruimte voor maatschappelijke initiatieven.
naar: verkiezingsfolder van een politieke partij in Amsterdams
Meer stad, minder gemeente Onze partij staat voor een veilig, bloeiend en leefbaar Den Haag. Wij zorgen ervoor dat het huishoudboekje van de stad op orde is. We verlagen de belastingen. Wij zorgen voor minder regels. Wij zorgen ervoor dat ondernemers de ruimte krijgen te ondernemen. Wij staan voor een Den Haag van vrijemensen met respect voor iedereen. Voor ons geldt: voor wie hard werkt, verdient beter. naar: website van een politieke partij in Den Haag
SP
CDA
Groen Links
VVD
Slide 32 - Drag question
Wat is geen kenmerk van een linkse partij?
A
gelijkheid
B
actieve overheid
C
passieve overheid
D
bescherming milieu
Slide 33 - Quiz
dat mensen zoveel mogelijk zelf mogen beslissen over hun eigen leven. Sommige mensen die ouder zijn dan 75, vinden dat hun leven af is. Wij willen dat zij zelf mogen kiezen wanneer zij sterven. Dit gebeurt dan met stervenshulp. Het gebeurt alleen als we zeker weten dat er geen andere reden is om te sterven, zoals zorgen over geld.
A
Progressief
B
Conservatief
Slide 34 - Quiz
Rechtse politieke partijen vinden preventieve maatregelen tegen criminaliteit belangrijker dan linkse politieke partijen.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 35 - Quiz
Studiefinanciering blijft bestaan. Geen leenstelsel. Dieren-, natuur- en milieu-onderwijs voor leerlingen op basis- en middelbare scholen. Scholen ondersteunen bij het inrichten van een schooltuin, zodat kinderen de kans krijgen zelf voedsel te telen.
Geen verandering aan studiefinanciering en basisbeurs. OV-jaarkaart voor 16- en 17-jarige jongeren in het mbo. Bezuinigingen op ‘passend onderwijs’ terugdraaien. Geen prestatiebeloning voor leraren.
Meer salaris voor eerstegraads leraren. Scholen moeten bij voorkeur met de bijbel werken. Meer aandacht voor onderwijs aan kleuters op de Pabo. Een (grafische) rekenmachine bij een toets of examen moet beperkt worden.
Basisbeurs afschaffen en sociaal leenstelsel invoeren. De opbrengst investeren in de kwaliteit van het onderwijs. Bijverdiengrens afschaffen. Universiteiten, hogescholen en mbo’s mogen studenten selecteren op motivatie en geschiktheid. Niveaus 1 en 2 van vmbo en mbo samenvoegen.
SP
VVD
SGP
PvdD
Slide 36 - Drag question
Linkse politieke partijen benadrukken dat:
A
mensen gelijke kansen moeten krijgen.
B
burgers meer vrijheid moeten krijgen.
C
de overheid minder macht moet krijgen.
D
naastenliefde belangrijker is dan sociaaleconomische verhoudingen.
Slide 37 - Quiz
Deze politieke partij is politiek links:
A
VVD
B
PVV
C
Christenunie
D
SP
Slide 38 - Quiz
Wat is GEEN kenmerk of functie van politieke partijen? Politieke partijen...
A
... doen mee aan verkiezingen
B
... formuleren verkiezings-programma's
C
... houden zich bezig met de inrichting van een deel van de samenleving
D
... proberen politieke macht te verwerven
Slide 39 - Quiz
POLITIEK LINKS
POLITIEK RECHTS
gelijkheid
Actieve overheid
Passieve overheid
Vrijheid
Slide 40 - Drag question
Deze politieke partij is politiek rechts
A
D66
B
VVD
C
PvdA
D
PvdD
Slide 41 - Quiz
Zet de politieke partijen op de juiste plaats
Links
Rechts
Slide 42 - Drag question
een linkse partij
A
is voor veel economische vrijheid
B
vindt de zorgen om het milieu overdreven
C
wil dat de uitkeringen zo laag mogelijk zijn
D
vindt dat iedereen goede zorg verdient
Slide 43 - Quiz
Linkse partijen vinden:
A
dat rijke en arme mensen evenveel belasting moeten betalen.
B
dat de overheid mensen moet helpen die weinig geld hebben.
C
dat mensen voor elkaar moeten zorgen.
D
dat mensen met weinig geld zelf oplossingen moeten bedenken
Slide 44 - Quiz
De populistische stroming is een stroming die ...
A
streeft naar zo groot mogelijke vrijheid
B
het milieu belangrijker vind dan de economie
C
luistert naar het volk
D
uitgaat van de bijbel
Slide 45 - Quiz
De christendemocratische stroming
A
Baseren zich op de Bijbel en de christelijke tradities
B
draait om het goed verzorgen van de aarde
C
Komen op voor de zelfstandige ondernemers
D
Vinden vrijheid en onafhankelijkheid erg belangrijk
Slide 46 - Quiz
De rechtsextremistische stroming :
A
Komt op voor de ondernemers.
Vindt vrijheid erg belangrijk
B
Baseert zich op de Bijbel en de christelijke traditie
C
Komt op voor solidariteit
D
Is een verzamelnaam voor fascisme en nazisme
Slide 47 - Quiz
GroenLinks is een ... stroming
A
Sociaaldemocratische
B
Christen-democratische
C
Liberalistische
Slide 48 - Quiz
De liberale stroming:
A
Komt op voor de ondernemers. Vindt vrijheid erg belangrijk
B
draait om het verbeteren van het milieu
C
Baseert zich op de Bijbel en de christelijke traditie