Mens en Activiteit B1+2
1 / 19
Lesson duration is: 30 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
basisschool die samenwerkt met verschillende organisaties zoals kinderopvangorganisaties, peuterspeelzalen, cultuur-, sport- en welzijn instellingen noemen we ...
A
IKC
B
Brede school
Slide 2 - Quiz
Van de BSO wordt veel gebruik gemaakt. Wat is hier een reden voor?
Slide 3 - Open question
Geef een korte omschrijving van het begrip: asielzoekerscentra
Slide 4 - Open question
Geef een korte omschrijving van het begrip: Integraal kindcentrum (IKC)
Slide 5 - Open question
Geef een korte omschrijving van het begrip: Verpleeghuis
Slide 6 - Open question
In welke ontwikkelingsfase zit een 4-jarige?
Slide 7 - Mind map
Slide 8 - Link
Welke ontwikkelingsfase zie je?
timer
1:00
Slide 9 - Open question
de ontwikkelingsfase van een baby duurt tot
A
12 maanden
B
16 maanden
C
18 maanden
D
24 maanden
Slide 10 - Quiz
In deze ontwikkelingsfase wil men zich voortplanten.
A
Puberteit
B
Adolescentie
C
Jong volwassene
D
Volwassene
Slide 11 - Quiz
De juiste volgorde wat betreft de ontwikkelingsfase is: baby, kleuter, peuter
A
juist
B
onjuist
Slide 12 - Quiz
In welke ontwikkelingsfase begint de eenkennigheid?
A
Baby
B
Peuter
C
Kleuter
D
Schoolkind
Slide 13 - Quiz
de adolescentie is de ontwikkelingsfase tussen:
A
0 - 12
B
12 - 17
C
17 - 22
D
23 - 40
Slide 14 - Quiz
Wanneer is de ontwikkelingsfase van een schoolkind
A
0-12 jaar
B
12-16 jaar
C
4-12 jaar
D
6-12 jaar
Slide 15 - Quiz
Vanaf welke ontwikkelingsfase wordt je haar dunner en grijzer en je huis dunner en vlekkeriger?
A
Puberteit
B
Adolescentfase
C
Volwassenfase
D
Jonge ouderdom
Slide 16 - Quiz
Waarom moet je rekening houden met de ontwikkelingsfase bij het organiseren van een activiteit?
A
Omdat je moet weten hoeveel personen aanwezig zijn
B
Omdat je moet weten wat de doelgroep kan
C
Omdat je moet weten waar je de activiteit moet houden
Slide 17 - Quiz
Je kunt een mensenleven indelen in ontwikkelingsfasen. Bij welke ontwikkelingsfase hoort de volgende uitspraak?:
'Het leven wordt meer filosofisch en behouwend benaderd. Er wordt niet veel waarde gehecht aan uiterlijk, aan geld en aan luxe. Meer behoefte aan zaken die boven het persoonlijk leven uitgaan.'
'Het leven wordt meer filosofisch en behouwend benaderd. Er wordt niet veel waarde gehecht aan uiterlijk, aan geld en aan luxe. Meer behoefte aan zaken die boven het persoonlijk leven uitgaan.'
timer
0:30
A
Adolescentie
B
Volwassenheid
C
Ouderen
