1GT - Taalverzorging H3/4

1GT - Taalverzorging H3/4
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

1GT - Taalverzorging H3/4

Slide 1 - Slide

Meervoud op -en, -s en -'s

Slide 2 - Slide

Welk meervoud is NIET goed geschreven?
A
schepen
B
staven
C
appelen
D
sporthalen

Slide 3 - Quiz

Meervouden met vaste s
Meervouden met 's
cadeau
hobby
tv
horloge
vegetariër
vakantie
accu
baby

Slide 4 - Drag question

Wat is het meervoud van ei?

Slide 5 - Open question

Meervoud op -en
Laatste letter verdubbelen
Klinker weghalen
-f wordt -v of -s wordt -z
Geen meervoud
liefdesbrief
bordspel
rijst
weg
roeiboot

Slide 6 - Drag question

Persoonsvorm in t.t.

Slide 7 - Slide


Die groep jongeren (sjokken) vaak door het winkelcentrum.
A
sjokken
B
sjokt
C
sjokde
D
sjokten

Slide 8 - Quiz

Mijn opa (beloven) dat hij naar de wedstrijd komt kijken.

Slide 9 - Open question


Welke pv tt is FOUT geschreven?
A
Dat vind ik erg lastig!
B
Hij vertaalt de Spaanse tekst meteen.
C
De vrienden lache hard om de grap.
D
Het verbaast me dat het nog niet bezorgd is.

Slide 10 - Quiz

Mijn ouders __________________ de mail morgen.
__________________  je broer de mail morgen?
Morgen  __________________ ik de mail.
Beantwoord
Beantwoorden
Beantwoordt

Slide 11 - Drag question

pv - ow - wg - lv

Slide 12 - Slide


Welk antwoord is ONJUIST?
Een lijdend voorwerp ...
A
begint nooit met een voorzetsel.
B
staat in iedere zin.
C
is nooit een afstand, gewicht of maat.
D
is een zinsdeel.

Slide 13 - Quiz

Zinsontleding
pv/wg
ow
lv
ander zinsdeel
Gisteren
heeft
Imran
nieuwe oortjes
gekocht

Slide 14 - Drag question

Zinsontleding
pv/wg
o
lv
ander zinsdeel
Iris
vertelde
het grote geheim
meteen
door.

Slide 15 - Drag question

Zinsontleding
pv/wg
o
lv
ander zinsdeel
ik
heb
In de vakantie
tien kilometer
gewandeld.

Slide 16 - Drag question

m / v / o - deze, die, dit & dat

Slide 17 - Slide


Het woord STOKBROOD is ...
A
mannelijk
B
vrouwelijk
C
onzijdig

Slide 18 - Quiz


Het kindje ____ daar loopt, is mijn broertje.
A
dat
B
wat
C
die

Slide 19 - Quiz

Welke verwijswoorden kun je invullen?
_____ rugtas is van mij.

Slide 20 - Open question

Waar verwijst 'die' naar?
Dat is de vraag die ik probeer te beantwoorden.

Slide 21 - Open question

het voltooid deelwoord

Slide 22 - Slide

Wat is het voltooid deelwoord
van verliezen?

Slide 23 - Open question


Hij heeft lang over de aankoop ...
A
getwijfelt
B
getwijfeld

Slide 24 - Quiz


De dief heeft zich voor de rechter ...
A
verantwoordt
B
verantwoort
C
verantwoord

Slide 25 - Quiz

Welk antwoord is ONJUIST?
De klas had voor het SO een goed cijfer ____ .
.
A
gehaald
B
verwacht
C
gekregen
D
verdient

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide