*Begrijpend lezen H5, hv1

Welkom!

Vandaag: start Lezen H5 
Toets toetsweek: Lezen H1 t/m H6
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Welkom!

Vandaag: start Lezen H5 
Toets toetsweek: Lezen H1 t/m H6

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Na deze lessenserie kun je de verschillende tekstdoelen van een tekst herkennen. 

Slide 2 - Slide

Tekstdoelen
Elke schrijver heeft een doel met zijn tekst. Dit betekent dat de schrijver iets wil bereiken met de tekst. Er zijn er vier.

Slide 3 - Slide

Begrijpend lezen H5
Het doel van een tekst

Slide 4 - Slide

Amuseren
De schrijver wil dat je je vermaakt.

Voorbeeld: boek, rap, strip, cartoon, mop, column

Slide 5 - Slide

Informeren
De schrijver wil dat je iets te weten komt.

Voorbeeld: gebruiksaanwijzing, nieuwsbericht, instructie, verslag.

Slide 6 - Slide

Overtuigen
De schrijver wil dat je zijn mening overneemt.

Voorbeeld: ingezonden brief, betoog, column, recensie.

Slide 7 - Slide

Activeren
De schrijver wil dat je iets wel of niet gaat doen.

Voorbeeld: reclamefolder, flyer, advertentie, uitnodiging.

Slide 8 - Slide

Voorbeelden van tekstsoorten
Amuseren: roman, rap, strip, cartoon, column, mop, kort verhaal
Informeren: gebruiksaanwijzing, instructie, verslag, studieboek, nieuwsbericht, artikel, folder
overtuigen: betoog, ingezonden brief, recensie, column
activeren: reclamefolder, advertentie, uitnodiging, affiche, flyer

Slide 9 - Slide

Bespreken huiswerk
Opdracht 1 en 2 op blz 132.

Slide 10 - Slide

a bijsluiter bij medicijnen – informeren
b cabarettekst – amuseren
c concertagenda – informeren
d filmbespreking – overtuigen
e gedicht – amuseren
f handleiding – informeren
g nieuwsbrief – informeren
h antwoordenvelop – activeren
i recept – informeren
j sinterklaasrijm – amuseren
k stemoproep – activeren
l supermarktkrantje – activeren
m tien goede redenen om lid te worden van de sportschool – activeren
n trouwkaart – informeren
o verkoopbrief – activeren

Slide 11 - Slide

Opdracht 2
We bespreken vraag 1, 4, 5, 6, 9 en 10.

Slide 12 - Slide

1 Plastic Soupermarket / Plastic Soup
4 De tijdelijke supermarkt heet ‘Plastic Soupermarket’ omdat er alleen maar ‘plastic soup’ te zien is (dat is plastic troep die uit het water gevist is) én omdat ‘soupermarket’ een grappige variant is op ‘supermarket’ (het is een woordgrapje).
5 (1) tegenstellend verband: Maar; (2) chronologisch verband: Daarna; (3) opsommend verband: en
6 een ander doel dan waarvoor ze gemaakt zijn – toelichting: De producten zijn eerst gebruikt voor het doel waarvoor ze gemaakt zijn (meestal waren het verpakkingsartikelen) en ze worden nu voor een ander doel gebruikt, namelijk het project ‘Plastic Soupermarket’.
9 Alinea 6 maakt de tekst mooi ‘rond’: in alinea 1 kom je binnen in de Plastic Soupermarket (‘Welkom in de Plastic Soupermarket!’) en in alinea 6 ga je er bijna weer uit: je bent immers bij de kassa.
10 Het belangrijkste doel van deze tekst is informeren. – toelichting: De schrijver wil dat de lezer iets te weten komt over de Plastic Soupermarket en over de grote hoeveelheid plastic afval die in het water terechtkomt.




Slide 13 - Slide

Aan de slag
Maak opdracht 3 en 5 op blz 134 - 135. Je werkt in je schrift. 

Dit is huiswerk voor morgen! 

Slide 14 - Slide