De basis van anatomie, fysiologie en ziektekunde bij honden en katten

De basis van anatomie, fysiologie en ziektekunde bij honden en katten

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je de basisanatomie en fysiologie van honden en katten beschrijven, en begrijp je de fundamentele principes van ziektekunde bij deze dieren.

Wat weet je al over de anatomie en fysiologie van honden en katten?

Anatomie van honden en katten

De anatomie van honden en katten omvat de structuur van organen, botten en spieren.

Fysiologie van honden en katten

De fysiologie richt zich op de werking van de organen en systemen in het lichaam van honden en katten.

Ziektekunde bij honden en katten

Ziektekunde omvat de studie van ziekten en aandoeningen die van invloed zijn op honden en katten.

Gemeenschappelijke gezondheidsproblemen

Bespreking van veelvoorkomende gezondheidsproblemen, zoals tandheelkundige aandoeningen en gewrichtsproblemen.

Voedingsbehoeften

Een goede voeding is essentieel voor de gezondheid van honden en katten. Bespreek de voedingsbehoeften van deze dieren.

Verwondingen en letsels

Bespreking van veelvoorkomende verwondingen en letsels bij honden en katten, en de juiste eerste hulp.

Lichaamstaal en gedrag

Interactief element: bespreking van lichaamstaal en gedragssignalen bij honden en katten.

Reproductie en voortplanting

Bespreking van de voortplantingscyclus en reproductieve gezondheid bij honden en katten.

Aandoeningen van het spijsverteringsstelsel

Bespreking van veelvoorkomende spijsverteringsproblemen en aandoeningen, zoals braken en diarree.

Aandoeningen van de luchtwegen

Bespreking van aandoeningen zoals hoesten, kortademigheid en luchtweginfecties bij honden en katten.

Hart- en vaatziekten

Bespreking van veelvoorkomende hart- en vaatziekten bij honden en katten, zoals hartfalen en hypertensie.

Huidproblemen en allergieën

Bespreking van veelvoorkomende huidproblemen en allergieën bij honden en katten, en de juiste verzorging.

Evaluatie van de les

Korte quiz om de kennis van de studenten te testen en ruimte voor vragen en discussie.

Bronnen en aanbevolen literatuur

Vermelding van nuttige bronnen en aanbevolen literatuur voor verdere studie op dit gebied.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.