H4 Elektriciteit 4.2 Spanningsbronnen

H4.2 Spanningsbronnen
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H4.2 Spanningsbronnen

Slide 1 - Slide

Vorige les...

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Zie je op dit plaatje een gesloten of een open stroomkring?
A
Gesloten
B
Open

Slide 4 - Quiz

Kun je de stroom meten op plek A1, A2, op allebei de plekken of op geen van beide?
A
A1
B
A2
C
allebei
D
geen van beide

Slide 5 - Quiz

H4.2 spanningsbronnen

Wat doet een spanningsbron

Spanning meten

Soorten spanningsbronnen
- (herbruikbare) batterijen
- condensator

Rekenen met spanningsbronnen



Slide 6 - Slide

4.2.1 Je kunt beschrijven hoe je spanning meet.
4.2.2 Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen spanning en stroomsterkte.
4.2.3 Je kunt een aantal spanningsbronnen noemen.
4.2.4 Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.
4.2.5 Je kunt uitleggen wat er gebeurt als je een elektrisch apparaat niet op de juiste spanning aansluit.
Leerdoelen H4.2

Slide 7 - Slide

Wat doet een spanningsbron?
Wat doet een spanningsbron?

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Link

Slide 10 - Video

Grootheid (wat meet ik?)
Symbool
Eenheid (waarin meet ik?)
Symbool
Stroomsterkte
I
Ampère, Milliampère
A, mA
Spanning
U
Volt
V

Slide 11 - Slide

Spanning meten

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Link

Spanningsmeter
Een spanningsmeter sluit je altijd parallel aan in je schakelschema. 

Slide 14 - Slide

Kan ik met deze voltmeter de spanning meten over lampje 1?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quiz

Kan ik met deze voltmeter de spanning over lampje 1 meten?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quiz

Soorten spanningsbronnen
  • Batterij
  • Accu
  • Dynamo
  • Condensator
  • Lichtnet 
  • Aardappel?? 

Slide 17 - Slide

Condensator
Een condensator slaat lading op.
De spanning neemt dan toe, tot er geen lading meer bij kan.
Is er geen andere spanningsbron? Dan loopt de condensator leeg; de lading komt vrij en de spanning neemt over tijd af.

Slide 18 - Slide

Batterij
Constante spanning
Wordt verbruikt
Soms herbruikbaar: opladen

Slide 19 - Slide

Rekenen met spanningsbronnen

Slide 20 - Slide

Batterijen in serie
Batterij in serie > spanning optellen

Slide 21 - Slide

Ryvano heeft een lampje gekocht. Op het lampje staat: 4 Volt. Hoeveel batterijen van 2 Volt heb je nodig om dit lampje goed te laten branden?
A
1
B
2
C
3
D
meer dan 3

Slide 22 - Quiz

Als je batterijen dus naast elkaar zet mag je de
spanningen van de batterij bij elkaar optellen.

Maar je moet ze wel goed schakelen.
Welke manier is goed?

Slide 23 - Open question

Glas geleidt elektriciteit.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

Elektriciteit uit het stopcontact is:
A
gelijkspanning van 230v
B
wisselspanning 230v 50Hz
C
wisselspanning 230v 60Hz
D
gelijkspanning 110v

Slide 25 - Quiz

Wat zijn spanningsbronnen?
A
hout, koper en ijzer
B
batterij, accu en dynamo

Slide 26 - Quiz

Wat is de spanning?

plus
A
0V
B
6V
C
18V
D
36V

Slide 27 - Quiz

Wat is spanning?
A
De hoeveelheid energie die elektronen meekrijgen
B
Elektrische deeltjes die energie vervoeren.
C
het aantal elektronen dat per seconde door de stroomkring gaat.

Slide 28 - Quiz

Het symbool van spanning is...... en de eenheid van spanning is........ .
A
P ; W
B
U ; V
C
I ; A
D
U ; MV

Slide 29 - Quiz

De spanning is ...
natuurkunde
A
27 V
B
13,5 V
C
2,7 V

Slide 30 - Quiz

4.2.1 Je kunt beschrijven hoe je spanning meet.
4.2.2 Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen spanning en stroomsterkte.
4.2.3 Je kunt een aantal spanningsbronnen noemen.
4.2.4 Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.
4.2.5 Je kunt uitleggen wat er gebeurt als je een elektrisch apparaat niet op de juiste spanning aansluit.
Leerdoelen H4.2

Slide 31 - Slide

Nu zelf maken:
Wat: maak de opdrachten 1 t/m 12 van H4.2
Hoe: zelfstandig en rustig
Hulp: boek en docent
Tijd: tot 5 min voor einde les
Klaar: maak de plus opgaven en lees H4.3 door

Slide 32 - Slide

Spanning en spanningsbronnen

Slide 33 - Mind map

Schrijf hieronder één vraag op wat je nog niet snapt.

Slide 34 - Open question

Slide 35 - Video

2 citroenen leverden samen een spanning van 1,5 V. Hoe veel spanning kunnen 4 citroenen opwekken?
A
1,5 V
B
3 V
C
0,75 V
D
6 V

Slide 36 - Quiz

Soorten spanningsbronnen

Slide 37 - Slide

Wat gebeurt er met de spanning als je meerdere batterijen of spanningsbronnen acher elkaar plaatst?
A
niets
B
mevrouw Tozkoparan heeft dat niet verteld
C
ik moet ze bij elkaar optellen
D
je moet ze met elkaar vermenigvuldigen

Slide 38 - Quiz


Serie of parallel?
A
Dit is een serieschakeling
B
Dit is een parallelschakeling

Slide 39 - Quiz