Verwijswoorden voor personen
ik -
mijn boek - het boek is van
mijjij - jouw boek - het boek is van jou
hij - zijn boek - het boek is van hem
zij - haar boek - het boek is van haar
u - uw boek - het boek is van u
wij - ons boek - het boek is van ons
jullie - je/jullie boek - het boek is van jullie
zij - hun boek
- het boek is van
hen