Hst 29 overtuigingskracht + intro PTO-3

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Vandaag

Kort over plannen & wat we gaan doen & boek lenen en lezen 

Dinsdag: hst 29 

oefening logos, pathos &  ethos 

Deze periode 

Kern: hst 22 t/m 34 (misschien 31 wel/niet)

2x SO: eerste = schrijfopdracht bij hst 24, 25, 26, 29, 30 ;  tweede = testfox SO 27, 28, 32, 33, 34

Leesboek: De Guillotine - Simone van der Vlugt

Numo: hst 27 en 28 met Numo en 1x een lesje. ELKE WEEK

 

Elke vrijdag 45 minuten gewerkt 

 aan het leerplan  werkwoordspelling 

(Rood in Numo?)

Stap 1 Download de Aura Library app.

 

Stap 2 Je moet aangeven op welke school je zit.

Kies voor “Den Haag” en “Johan de Witt scholengroep Zusterstraat”

Stap 3 Vul je LENERSCODE in (leerlingnummer).

Vul het WACHTWOORD van Magister in.

Heb je geen TUSSENVOEGSEL (bijv. van, el, de)? Laat dit veld dan leeg.

 

Vul je achternaam in met een hoofdletter.

Klik op "Registreren"

Combinatie met geschiedenis

PARIJS, 1789. De adellijke Sandrine de Billancourt heeft al haar familieleden verloren aan de guillotine. Zelf weet ze te ontsnappen en vindt ze onderdak bij een schoenmakers- familie. 

Tegen het decor van de Franse Revolutie voltrekt zich niet alleen de strijd om vrijheid, gelijkheid en broederschap, maar voert Sandrine ook een innerlijke strijd.

De guillotine speelt zich af in een van de meest roerige periodes in de geschiedenis van Frankrijk en beschrijft de scherpe tegenstellingen tussen arm en rijk. Het verhaal van Sandrine overstijgt echter de sociale klassen en politieke tegenstellingen.

Vandaag 

Kort PTO bekijken max. 10 min. 

(Boekopdracht is NOG NIET NAGEKEKEN) 

Hst 29 Overtuigingskracht 

Leerdoelen

1. Ik weet wat overtuigingskracht is
2. Ik weet wat logos, pathos en ethos zijn en hoe dit mensen kan overtuigen van een idee
3. Deze drie onderdelen kan ik toepassen op een argument

• Overtuigingskracht hst 29 

Wat beïnvloedt overtuigingskracht (bij reclame, een verkoper bijv.)?

Instructie 

Aan de slag

Iedere groep krijgt een situatie en bedenkt zes argumenten:

logos = 2

pathos = 2

 ethos = 2

Deze schrijf je op het oefenblad. Als je klaar bent lever je bij mij in en haal je een volgende. 

Kijk evt. naar hst 29 voor meer uitleg 

Overtuig mij dat ik het cijfer met 0,5 verhoog: van ieder één
Pathos, Logos, Ethos

Instructie 

Groepjes van drie personen 

Ik deel oefening uit

Je gaat aan de slag (5-10 min)

Een docent zegt 'ah toe nou jongens, werk even mee, ik heb al zo'n rotdag' Waar speelt de docent op in?

1. logos
2. pathos
3. ethos

Een beroemdheid wordt ingezet in een reclame, waar speelt de fabrikant van het product op in?

1. logos
2. pathos
3. ethos

Een reclamefilmpje heeft een vrolijk muziekje, waar speelt het filmpje op in?

1. logos
2. pathos
3. ethos

Nabespreking

Begrippen uit deze les

Logos = inhoud, argumenten

Pathos = gevoel, emoties

Ethos = persoonlijkheid, betrouwbare indruk

Schrijf 3 dingen op die
je van deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Fijn weekend!