6.4 Klimaatverandering

6.4 Klimaatverandering
1 / 14
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

Items in this lesson

6.4 Klimaatverandering

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:
  • welke kenmerken de klimaatverandering heeft in Europa
  • welke twee belangrijke gevolgen de klimaatverandering heeft
  • dat klimaatveranderingen altijd voorkomen, met als belangrijkste voorbeeld de ijstijden
  • wat de gevolgen van klimaatverandering zijn in koude gebieden
  • wat de gevolgen van klimaatverandering zijn in droge gebieden

Slide 2 - Slide

Het klimaat verandert
Als je perioden van dertig jaar met elkaar vergelijkt, zie je verschillen in het klimaat, klimaatverandering

De Bilt (Utrecht): warmer en natter
Neerslag = onvoorspelbaarder en heftiger

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Broeikaseffect
CO2  is een broeikasgas. Dit komt terecht in de dampkring. Broeikasgassen houden warmte vast.
Zonder uitstoot van mensen  = broeikaseffect = het vasthouden van zonnewarmte door de dampkring -> broeikasgassen als CO₂

Zonder het natuurlijk broeikaseffect: te koud om op aarde te leven. 

Slide 5 - Slide

Versterkt Broeikaseffect
Hoe meer CO2 , hoe meer warmte er wordt vastgehouden = versterkte broeikaseffect. 

 -> klimaatverandering

De uitstoot van CO₂ komt vooral door de verbranding van: fossiele brandstoffen 
(aardgas/aardolie/steenkool)

BV. Verkeer / Fabrieken


Slide 6 - Slide

weinig regen, grote verdamping. - verdamping: als het warmer / zonniger / winderiger is  meer water verandert in waterdamp. - Nederland: gemiddeld meer neerslag dan verdamping = neerslagoverschot  voorjaar en zomer: neerslagtekort  waterbalans = verschil neerslag en verdamping

Slide 7 - Slide

Aan de slag:
Wat?
§6.4 Opdrachten 1 t/m 4
        
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Herhaling 
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof

Slide 8 - Slide

weinig regen, grote verdamping. - verdamping: als het warmer / zonniger / winderiger is  meer water verandert in waterdamp. - Nederland: gemiddeld meer neerslag dan verdamping = neerslagoverschot  voorjaar en zomer: neerslagtekort  waterbalans = verschil neerslag en verdamping

Slide 9 - Slide

Vandaag:
Pak je: laptop, schrift en pen

  • Laatste stukje uitleg
  • Herhalingsopdracht 6.1 t/m 6.4

Slide 10 - Slide

Effecten in koude gebieden
Nadeel en voordeel van klimaatverandering (smeltend landijs):

  1. Zeespiegelstijging
    - Smelten landijs = meer water. 
     - Warm water zet uit

  2. Meer landoppervlak voor landbouw

Slide 11 - Slide

Effecten in koude gebieden
  • Poolstreken + hooggebergten: landijs smelt en periode jaarlijkse sneeuwbedekking korter

  • Minder neerslag als sneeuw. -> Gletsjers worden steeds kleiner

Slide 12 - Slide

Effecten in droge gebieden
Middellandse Zeegebied wordt nog droger. meer verdamping +  watertekorten

Verandering vegetatie:
- steppe -> woestijn = verwoestijning 


Geen landbouw meer door verwoestijning in Zuid-Europa.

Slide 13 - Slide

Aan de slag:
Wat?
Herhalingsopdracht van 6.1 t/m 6.4
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
Herhaling 
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof
timer
20:00

Slide 14 - Slide