-Kijken of de stof van vorige les is begrepen. -Uitleg leerdoelen deze les. -Opdrachten maken. -Afsluiten met wat vragen.
1 / 32
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Welkom
Wat gaan we deze les doen?
-Kijken of de stof van vorige les is begrepen. -Uitleg leerdoelen deze les. -Opdrachten maken. -Afsluiten met wat vragen.
Slide 1 - Slide
Welke vragen waren lastig?
Vraag 4 was door veel mensen fout gemaakt. Vergeet niet om ook leren leren te maken.
Heb je een andere vraag fout gemaakt en heb je daar hulp/uitleg bij nodig? Vraag me dan straks om uitleg via de chat.
Slide 2 - Slide
Leerdoelen deze les.
-Je kunt benoemen wat terugkoppeling is en hiervan voorbeelden geven.
-Je kunt de werking van adrenaline, glucagon en insuline benoemen.
Eerst wat uitleg dan opdrachten maken en tot slot sluiten we weer klassikaal af met wat (9) vragen.
Slide 3 - Slide
-Je kunt benoemen wat terugkoppeling is en hiervan voorbeelden geven.
Terugkoppeling: zorgen door "bijsturing" dat iets ongeveer dezelfde waarde blijft houden.
Denk maar aan de thermostaat bij een verwarming.
Bij biologie zien we dat bij regeling van het glucose gehalte in het bloed. Dat gaat met hormonen en niet via zenuwen.
Slide 4 - Slide
het hormoonstelsel
Slide 5 - Slide
HORMONEN
Stofjes die worden gemaakt in een hormoonklier. Ze worden afgegegeven aan het bloed. Komen via het bloed langs alle organen maar werken alleen op de organen die daar gevoelig voor zijn.
Regelen langzame en langdurige processen.
Bijvoorbeeld: stofwisseling, voortplanting, groei en ontwikkeling
Slide 6 - Slide
Niet alle cellen reageren op alle hormonen
Slide 7 - Slide
Eilandjes van Langerhans, liggen in de alvleesklier.
Maken twee hormonen.
Hormoon 1
Insuline
Hormoon 2
Glucagon
Slide 8 - Slide
insuline
Als je teveel glucose in je bloed hebt wordt insuline afgegeven.
Insuline zorgt ervoor dat glucose als glycogeen wordt opgeslagen in de spieren en lever. Dit wordt dan bewaard voor later.
De hoeveelheid suiker (glucose) in je bloed is nu lager!
glucose => glycogeen
Slide 9 - Slide
glucagon
Als je te weinig glucose in je bloed hebt wordter glucagon afgegeven.
Glucagon zorgt ervoor dat glycogeen wordt omgezet in glucose.
De hoeveelheid suiker in je bloed wordt hoger.
glycogeen => glucose
Slide 10 - Slide
suiker gehalte in het bloed wordt lager
glucose gehalte in het bloed wordt hoger
Insuline. Maakt van glucose: glycogeen. Het suiker gehalte in het bloed wordt lager
eilandjes van Langerhans in de alvleesklier
glucagon
Maakt van g;ycogeen weer glucose => suiker gehalte wordt hoger
lever
glucose
glycogeen
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Diabetes of suikerziekte
Eilandjes van Langerhans produceren te weinig insuline
Glucosegehalte blijft daardoor boven 0,1%
Bij diabetes 1 verschrompelen de eilandjes van Langerhans, ze maken geen insuline meer.
Bij diabetes 2 werkt insuline niet meer goed (vroeger ouderdoms diabetes, nu ook steeds vaker bij jongeren met overgewicht).
Insuline moet op andere manier in lichaam komen.
Slide 13 - Slide
Adrenaline
Ook adrenaline heeft invloed op de glucosegehalte in het bloed.
Adrenaline wordt gemaakt in de bijnieren.
Wanneer komt adrenaline vrij?
Slide 14 - Slide
Bijnieren
Maken het hormoon adrenaline.
Adrenaline zet glycogeen om in glucose.
Adrenaline is het enige hormoon met een snelle, kortdurende werking.
Slide 15 - Slide
adrenaline
Ook wel stress en vlucht of vecht hormoon genoemd.
Meer suiker in je bloed. (Net als glucogon maar dan sneller)
Je gaat ook sneller ademen, hart gaat sneller kloppen.
Je bloedvaten in je spieren en hersenen verwijden zich.
Organen die niet belangrijk zijn voor snelle reacties die worden geremd, bijvoorbeeld het verteringsstelsel.
Slide 16 - Slide
timer
25:00
Leerdoelen:
-Je kunt benoemen wat terugkoppeling is en hiervan voorbeelden geven.
-Je kunt de werking van adrenaline, glucagon en insuline benoemen.
Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen de tekst van thema 5 basisstof 6.